Bisschop: Aleppo is het nieuwe Berlijn
De Syrische stad Aleppo is het nieuwe Berlijn, een gedeelde stad. Dat zegt de maronitische bisschop Joseph Tobji. „De mensen leven hier dagelijks met de dood voor ogen. Je weet nooit of en wanneer je door een bom of kogel wordt getroffen.”
Hij maakt de vergelijking met de Duitse stad Berlijn, in de vorige eeuw lange tijd door de Muur gescheiden in een oostelijk en een westelijk deel. In Aleppo wordt de scheidslijn bepaald door geweld. „Het oostelijke deel wordt beheerst door de terroristen en het westelijke deel is in handen van de militairen van de regering van Assad.”
De meeste mensen, 1,5 miljoen, wonen in het westelijke deel. De ruim 40.000 christenen die daar nog steeds verblijven, hebben gebrek aan alles. Het gaat hierbij vaak om zieken, ouderen en armen die niet in staat waren naar elders te vertrekken. De christelijke organisatie Barnabas Fund is nog steeds actief in westelijk Aleppo.
Aleppo was ooit een van de belangrijkste christelijke steden in het land. In Oost-Aleppo wonen 250.000 tot 300.000 mensen in een totaal kapotgeschoten stad. Kortgeleden werd een Armeens-katholieke kerk er nog getroffen. „Een maronitische kerk is er al heel lang niet meer”, verzucht de bisschop.
Hij is tegenwoordig vooral druk met één ding: mensen begraven. „Elke dag hebben we meerdere uitvaarten.” Het maakt hem al niet meer uit wie of welke terroristische groeperingen er achter al die doden zitten. Daesh ofwel Islamitische Staat, Al-Nusra – ze hebben volgens Tobji allemaal dezelfde ideologie: extreem fanatisme. „Dat de ander alles afgenomen wordt en dat ze zelf een groot rijk willen stichten.”
Syrië stond er ooit om bekend dat de verschillende religies en bevolkingsgroepen er vreedzaam samenleefden. Nog steeds heeft de bisschop ontmoetingen met imams en moefti’s, en ze willen maar één ding: vrede. Nu het Westen nog. „We willen geen speeltjes in de handen van de machtigen zijn.”