Strengere eisen bij stichting scholen
Het percentage leerlingen met een taalachterstand op nieuwe scholen mag niet meer dan 80 procent bedragen. Gemeenten en scholen moeten afspraken maken over de spreiding van leerlingen met achterstanden. Er komt strenger toezicht op scholen die onvoldoende werk maken van integratie.
Dat heeft het kabinet vrijdag besloten op voorstel van minister Van der Hoeven van Onderwijs. Met deze maatregelen wil het kabinet achterstanden en segregatie in het onderwijs bestrijden. Eerder deze week lekte al uit dat nieuwe scholen vooraf een schoolplan moeten indienen. De onderwijsinspectie beoordeelt op grond daarvan of de school voldoende doet aan het bevorderen van Nederlandse waarden en normen.
Ook was uitgelekt dat schoolbestuurders de Nederlandse nationaliteit moeten hebben. Dat blijkt niet juist te zijn. Van der Hoeven wil dat wel graag, maar verschillende juristen zeggen dat deze eis tegen de Europese regelgeving is. De bewindsvrouw laat dat nader onderzoeken.
Door de strengere eisen voor schoolstichting zal het met name voor moslims moeilijker worden om eigen scholen op te richten. Het kabinet voelt er niets voor om het principe van de vrijheid van onderwijs aan te tasten en het voor moslims onmogelijk te maken eigen scholen te stichten. De extra eisen zijn volgens Van der Hoeven vooral noodzakelijk om te voorkomen dat er nieuwe achterstandsscholen ontstaan.
Om die reden vindt het kabinet het ook nodig dat gemeenten en schoolbesturen overleg gaan voeren over de vraag hoe ze het beste leerlingen met achterstanden kunnen spreiden over alle scholen in hun gemeenten. De minister vindt dat orthodoxe scholen ook aan dat overleg en aan die spreiding moeten deelnemen. De bewindsvrouw wil de scholen echter niet dwingen. Als ouders het niet eens zijn met een besluit van de gemeente om hun leerling in verband met een leer- of taalachterstand naar een andere dan de gewenste school te sturen, kunnen de ouders naar de rechter stappen, aldus Van der Hoeven.
De minister wil verder dat alle scholen meer gaan doen aan burgerschapsvorming en sociale cohesie. Dat mag in een apart vak, maar dat hoeft niet. De minister verwacht van alle scholen, „niet het minst van de witte”, dat zij bijdragen aan de ontmoeting tussen kinderen van verschillende afkomst. Dat kan door leerlingen uit te wisselen of gezamenlijk aan sport en cultuur te doen. Van der Hoeven zou het toejuichen als kinderen voor een bepaalde les een bezoek zouden brengen aan een andere school in de buurt.
Tot slot heeft het kabinet besloten de zogenaamde gewichtenregeling te herzien. Als een school een kind heeft van buitenlandse afkomst krijgt de instelling 90 procent extra geld van het Rijk. Voor een achterstandsleerling van autochtone afkomst bedraagt de toelage 25 procent. Van der Hoeven vindt dat verschil niet gerechtvaardigd en wil dat het geld wordt verdeeld op basis van feitelijke achterstanden. Om die boven water te krijgen komt er een entreetoets. Daar heeft de Kamer zich overigens enkele maanden geleden tegen verzet.
De fracties van CDA, PvdA en VVD stemmen in grote lijnen in met de kabinetsvoorstellen. Het CDA is blij dat de vrijheid voor schoolstichting blijft en dat het kabinet geen verschil maakt tussen scholen van verschillende levensbeschouwing. Op dat punt botsten de christen-democraten vorig jaar met de VVD. Die partij wilde alleen extra eisen stellen aan islamitische scholen. VVD-kamerlid Balemans is blij met de kabinetsbesluiten. Wat hem betreft mogen er nog strengere eisen komen. Een percentage van 80 procent achterstandsleerlingen op nieuwe scholen vindt hij te hoog.