Overlevenden Omagh komen met claim
Overlevenden van de aanslag op 15 augustus 1998 in het Noord-Ierse Omagh zijn een proces gestart tegen de waarschijnlijke leiders van de Real IRA, de organisatie die verantwoordelijk was voor de bomaanslag, waarbij 29 mensen om het leven kwamen.
De overlevenden eisen 10 miljoen pond (14,9 miljoen euro) schadevergoeding van de vijf mannen die de aanslag zouden hebben georganiseerd. Vier van de vijf zitten in de gevangenis.
Rechter Malachy Higgins kende de procederende overlevenden gisteren het recht toe op een schadevergoedingsproces. De rechtszaak dient begin volgend jaar.
De belangrijkste getuige wordt waarschijnlijk David Rupert, een Amerikaanse agent die eind jaren ’90 namens de Britse veiligheidsdienst MI5 en de Amerikaanse federale recherche (FBI) infiltreerde in de Real IRA. Rupert is na zijn infiltratie teruggekeerd naar de Verenigde Staten en heeft een nieuwe identiteit gekregen. De Real IRA werd eind jaren ’90 opgericht uit ongenoegen onder een aantal leden van het verboden Iers Republikeins Leger (IRA) over een bestand met de Britse regering.
Het is voor het eerst in de Britse geschiedenis dat individuele burgers procederen tegen een van de Ierse of Noord-Ierse verzetsorganisaties die jarenlang vochten tegen het Britse bestuur in Noord-Ierland. De Britse regering doneerde 800.000 pond aan de overlevenden en nabestaanden van Omagh om de advocaten te betalen die het proces gaan voeren.
De aanslag in Omagh kwam enkele maanden nadat de ’normale’ IRA een vredesakkoord met de Britse regering had gesloten.