Zuivelindustrie stelt belang sector voorop in discussie over fosfaatrechten
De zuivelindustrie voelt er niets voor de inkrimping van de melkveestapel door de invoering van een fosfaatrechtenstelsel uit te stellen. In dat geval dreigt Nederland namelijk de zogeheten derogatie te verliezen. Dat een deel van de boeren geen toekomst meer zal hebben, neemt de industrie op de koop toe.
Dat bleek donderdag uit bijdragen van voorzitter Piet Boer van zuivelcoöperatie FrieslandCampina en directeur Albert de Groot van Vreugdenhil Dairy Foods tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer. De derogatie is een Brusselse ontheffing die Nederlandse melkveehouders toestaat op grasland extra mest uit te rijden. „Als we die kwijt raken hebben we een heel groot probleem”, verzekerden de twee op vragen van diverse Kamerleden.
Om de derogatie te behouden, heeft de Nederlandse veehouderij de Europese Commissie toegezegd dat de mestproductie –gemeten in kilo’s fosfaat– niet boven de 172,9 miljoen kilo zal komen. Dit ‘fosfaatplafond’ is vorig jaar echter fors overschreden, zo blijkt uit cijfers van statistiekbureau CBS. Vooral de melkveehouderij is daar debet aan. Veel melkveehouders zijn namelijk extra koeien gaan houden in de aanloop naar en na de afschaffing van de melkquotering in april 2015.
Staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) wil melkveehouders fosfaatrechten geven op basis van het aantal koeien dat zij op 2 juli 2015 hadden, minus een zogeheten generieke korting. Wie meer koeien wil houden, moet straks fosfaatrechten kopen van collega’s die inkrimpen of hun bedrijf beëindigen.
Sommige boeren komen in de knel, bijvoorbeeld doordat ze al wel een grotere stal hebben gebouwd maar nu te weinig rechten dreigen te krijgen. En de generieke korting geldt voor ook voor boeren die niet hebben uitgebreid, biologische boeren en boeren die voldoende grond hebben om alle mest van hun koeien op hun eigen land uit te rijden.
Diverse Kamerleden hebben daar moeite mee, zo bleek. Op een vraag van VVD-Kamerlid Lodders zei Boer: „Elk knelgeval is een drama, ieder boerenbedrijf dat omvalt is er een te veel. Maar iedere streep die we zetten heeft consequenties. Een fosfaatrechtenstelsel ondergraaft niet de toekomst van de sector als geheel. Die zal weer een nieuwe balans vinden, zoals ook in de jaren 80 is gebeurd na de invoering van de melkquotering.”
Op de suggestie van CDA-Kamerlid Geurts om de inkrimping te regelen door de melkproductie te beperken, zei Boer: „Melk is niet het probleem, maar de mest. Daarom moeten we het regelen via fosfaatrechten.”
De Groot zei dat hij wel degelijk zorgen heeft voor de gevolgen voor individuele boeren. „Wij zijn niet enthousiast over fosfaatrechten. Maar we moeten oog hebben voor de voortgang van ons bedrijf, dat is ook het collectieve belang van onze melkveehouders. Ik zie nu geen alternatieven. Fosfaatrechten zijn de enige optie om de derogatie te behouden.”
SGP’er Dijkgraaf is er niet van overtuigd dat de derogatie nu al op het spel staat. „We hebben toch nog geen brief uit Brussel gehad? Is het geen Haagse verzonnen werkelijkheid?” Boer was dat niet met hem eens. „Er is wel degelijk tijdsdruk. We moeten nu laten zien dat we de derogatie verdienen.”
In alternatieve oplossingen, zoals de instelling van een maximale veebezetting per hectare, ziet Boer niets. „Die hebben veel grotere consequenties voor de sector dan fosfaatrechten.” Wel wilde hij meegaan met Dijkgraafs wens om gerichter te kijken naar het effect van individuele boerenbedrijven op de waterkwaliteit. „Maar dat is iets voor de toekomst. Nu moeten we doen wat we nu kunnen, en dat is invoeren van fosfaatrechten.”
Nol Verdaasdonk, directeur van de Brabantse Milieufederatie, waarschuwde voor een kaalslag. „Als er fosfaatrechten komen, gaat binnen tien jaar de helft van de melkveehouders onderuit. Die kunnen dat niet opbrengen.” Hij pleit voor invoering van een maximale veebezetting van 2,25 grootvee-eenheden per hectare, waarbij boeren de mest op eigen grond kwijt kunnen. „Ik wil naar behoud van een maximaal aantal melkveehouders, niet van een maximaal aantal koeien.”