Tussen oktober en november 2002 zou hij spullen hebben gestolen uit kerken in Gaanderen, Zelhem, Wilsum, Kampen en Veessen. Zijn buit bestond onder meer uit een koektrommel met spekjes en geld uit collectezakken.

De sfeer in de rechtszaal was al vrij snel bepaald. De verdachte, die momenteel een straf wegens een ander feit uitzit, was nog niet binnen of hij schoot al uit zijn slof. „U zoekt het allemaal maar uit”, zei hij tegen de raadsheren. De man was boos omdat hij niet zijn complete dossier zou hebben ingezien.

De reden waarom de man zo nodig uit kerken moest stelen, kwam niet boven tafel. Dat de man schuldig is, stond volgens de openbare aanklager vast. Zowel de geurherkenning van speurhonden als de houding van de verdachte tijdens de zitting spreken boekdelen, aldus de aanklager.