De onderwijsinspectie gaat strenger toezien of scholen wel genoeg doen aan integratie van de allochtone leerlingen in de Nederlandse samenleving. Aan artikel 23, waarin de vrijheid van onderwijs is vastgelegd, wil het kabinet geen afbreuk doen. Een verbod op islamitische scholen noemt de regering contraproductief. Scholen houden ook het recht om leerlingen te weigeren. Wel bepleit het kabinet dat de islamitische scholen zelf een gedragscode voor goed bestuur opstellen en cursussen organiseren om de deskundigheid van het schoolbestuur op te krikken. De organisatie van islamitische scholen ISBO moet godsdienstonderwijs gaan ontwikkelen dat is toegesneden op de Nederlandse samenleving.

Gemeenten en scholen gaan afspraken maken om scholieren met een achterstand beter te spreiden. Zo moeten er meer scholen met zowel zwarte als witte leerlingen komen. Nu neemt het aantal zwarte scholen, met meer dan 70 procent achterstandsleeerlingen, nog toe, terwijl het totale aantal probleemleerlingen constant blijft.

Extra geld voor zwakke leerlingen verdeelt het ministerie van Onderwijs voortaan niet meer door naar de afkomst van leerlingen te kijken, zoals nu nog deels het geval is, maar naar de feitelijke leerachterstanden op een school.

Onderwijs in Nederlandse normen en waarden, burgerschap genoemd, wordt geen apart vak, maar moet in de kerndoelen worden opgenomen. In de kerndoelen staat omschreven wat een leerling opgestoken moet hebben als hij de schoolbankjes verlaat. Ook van witte scholen verwacht het kabinet dat ze bijdragen aan het contact tussen kinderen uit verschillende culturen.