Binnenland

Een christelijke rechter kan 
in gewetensnood komen

Kan een christenjurist, zoals een rechter, een beroep doen op zijn geweten? Daarover discussieerden zaterdag in Utrecht christenen met een juridisch vak.

Van onze verslaggever
3 October 2016 11:59Gewijzigd op 16 November 2020 07:08
Ds. L. J. Geluk. beeld Guido Benschop
Ds. L. J. Geluk. beeld Guido Benschop

Wat is het geweten precies? „Een getuige in jezelf. Er zijn als het ware twee ”ikken”. De ene ”ik” weet, de ander ”ik” weet ook”, schetste ds. L. J. Geluk, emeritus predikant binnen de Protestantse Kerk, zaterdag op een bijeenkomst van het Christen-Juristennetwerk van ForumC, een forum voor geloof, wetenschap en samenleving. Een tiental christenjuristen boog zich over het gedachtegoed van de prominente, christelijke rechtsgeleerde prof. mr. Paul Scholten (1875-1946), die in de Tweede Wereldoorlog protesteerde tegen anti-Joodse maatregelen.

Prof. Scholten –eerst Christelijk-Historische Unie (CHU), later PvdA– hechtte grote waarde aan het geweten, betoogde ds. Geluk. Zo noteerde Scholten in 1915 in een studie: „Voor eigen handelen is er geen hoogere eisch dan die van het geweten, geen bijtender afkeuring dan de innerlijk ondervondene. Wat het geweten ons volstrekt verbiedt, wij mogen het niet doen, ook niet in de samenleving. Hier ligt de grens van het recht.”

In oktober 1945, kort na de Bevrijding, stipte Scholten in zijn afscheidsrede opnieuw het belang van het geweten aan, zette ds. Geluk uiteen. „Studenten bindt hij op het hart: „Zoekt in het recht de gerechtigheid. Gij zult die na vele overwegingen ten slotte in uw geweten vinden. Aan de gewetensbeslissing hangt ten slotte het recht.” Met een verwijzing naar verzetsmensen liet Scholten erop volgen: „Hoe velen hebben het ervaren, het met hun leven bezegeld.””

Scholten besefte dat het geweten niet altijd betrouwbaar is. Hij schreef in 1915: „Een beroep op het geweten, het rechtsgevoel vooral, kan licht gevaarlijk zijn en tot minder gewenschte gevolgen leiden. Het geweten laat zich soms in slaap sussen, omkoopen, er zijn menschen die van hunne consciëntie al buitengewoon weinig last hebben.”

Het gedachtegoed van Scholten schuurt met het huidige rechtssysteem, betoogde emeritushoogleraar Tymen van der Ploeg van de Vrije Universiteit in Amsterdam. „Scholten suggereert dat een christenjurist afstand mag nemen van regels en beginselen waarmee hij zich in geweten niet kan verenigen. Hij gebruikt als voorbeeld dat ons personen- en familierecht zo zou worden gevormd dat het huwelijk opzegbaar zou zijn. Dat is inmiddels zo. Scholten suggereert dat een christen in gemoede die regel als onrecht mag duiden. Daarbij komt hij echter in conflict met zijn functie als rechter. De samenleving mag verwachten dat hij zich aan de wettelijke regels houdt en die toepast. Voor zover ik weet kan een rechter geen beroep doen op gewetensbezwaren. Hij zal dus recht moeten doen op basis van regels waartegen hij gewetensbezwaren heeft.”

Van der Ploeg lichtte desgevraagd toe dat rechters met een christelijke levensovertuiging in gewetensnood kunnen raken. „Bijvoorbeeld in rechtszaken rond euthanasie. Een rechter kan een zekere ruimte hebben in het uitleggen van rechtsregels, maar die ruimte is beperkt. Op grond van de wet kan hij níét stellen dat euthanasie altijd verboden is.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer