Inspectie: Instellingen jeugdpsychiatrie schieten tekort
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft forse kritiek op de kinder- en jeugdpsychiatrie. De instellingen spelen nauwelijks in op nieuwe groepen jeugdigen met complexe problemen, het medicatiebeleid is niet in orde, ze werken nauwelijks samen met andere jeugdvoorzieningen en kunnen noodsituaties en dwangbehandelingen niet goed uitvoeren. Ook de medezeggenschap is in de meeste gevallen niet geregeld.
De IGZ heeft vorig jaar zeven klinieken bezocht. De inspectie keek daarbij naar de wettelijke kwaliteitseisen en hoe ze omgaan met de beoogde veranderingen in de zorg. Bedoeling is dat zorginstellingen zich meer richten op de vraag en niet meer alleen uitgaan van hun eigen aanbod. Maar de kinder- en jeugdpsychiatrie gaat nog steeds uit van de gewoonte en de historie.
Groot knelpunt is daardoor dat doelgroepen die veel aandacht vergen, zoals adolescenten met meerdere problemen, met crimineel gedrag of jongeren van allochtone afkomst, niet geplaatst kunnen worden. Het aanbod is nog te veel afgestemd op de jongere kinderen.
De klinieken zijn ook op andere punten te veel naar binnen gekeerd. „Er wordt weinig gewerkt volgens algemene richtlijnen, wat in andere zorgonderdelen wel het geval is. De klinieken doen maar wat naar eigen inzicht en ervaring.”, zegt een woordvoerster van de inspectie. Onderling moet meer eenduidigheid komen, zoals bij de medicatie. „De klinieken verstrekken vaak medicijnen die niet zijn getest op kinderen. Ze zouden meer onderzoek moeten doen en van elkaar leren”, aldus de IGZ.
Daarnaast wil de inspectie dat de klinieken beter samenwerken met andere jeugdzorginstellingen, met onderwijs en justitie. Dat gebeurt nu nauwelijks. Ook was maar een van de onderzochte klinieken goed ingesteld op spoedopnamen via de Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). Eenderde van de klinieken heeft deze BOPZ-plaatsen niet uitgebreid, zoals in 1996 wel afgesproken was.
Verder meldt de inspectie dat kinderen en ouders vaak geen medezeggenschap hebben. Slechts twee instellingen hadden een werkzame cliëntenraad. De inspectie benadrukt dat de individuele zorg aan patiënten wel zorgvuldig is en looft de inzet en betrokkenheid van de medewerkers, waar ook een tekort aan is.