Jeroen Trommel van CSFR over ontgroening studenten
Moeten ontgroeningen in de ban? Die vraag houdt deze week de gemoederen bezig. De Groningse studentenvereniging Vindicat ligt onder vuur, onder meer doordat recent een student gewond raakte tijdens de introductie. Jeroen Trommel (21) van de christelijke studentenvereniging CSFR in Groningen reageert.
TOEN
Sinds 2013 studeer ik geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen en theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit. Ik ben in Groningen preses, dus voorzitter, van de CSFR. Ons dispuut Yir’at ‘Adonay telt zo’n tachtig leden. In Nederland zijn zo’n 850 studenten aangesloten bij de CSFR.
Ik had mijn ontgroening bij de CSFR in augustus 2013. De regel binnen onze studentenvereniging is dat we daarover niet te veel details naar buiten brengen. Nee, we hebben niets te verbergen. Het punt is dat voor aankomende studenten de precieze invulling van de ontgroening een verrassing moet blijven. Die spanning, dat is de charme van introductiedagen.
Ik ben positief over mijn eigen ontgroening. Het is zo’n gebeurtenis die je je leven lang bijblijft en waar je nog vaak met andere leden en oud-leden van de CSFR over praat. Bij de CSFR in Groningen duurt de ontgroening twee dagen. Natuurlijk word je dan moe. Standaard moeten nieuwelingen fysieke uitdagingen aangaan, zoals jezelf opdrukken.
Wat ik ervan vind dat de Rotterdamse studentenvereniging Sanctus Laurentius ooit aspirant-leden door gangen vol slachtafval liet kruipen? Zoiets vind ik ontzettend vies. Het levert ook gevaar voor je gezondheid op. Daarom keur ik zo’n ritueel af.
Vies worden tijdens ontgroening is niet erg. Als jongen, opgegroeid in IJsselmuiden, belandde ik ook wel eens in een sloot. Als jongeren uit mijn omgeving me vragen hoe de ontgroening bij CSFR Groningen zal zijn, zeg ik vaak: Neem in ieder geval oude kleren mee.
Net als bij andere studentenverenigingen is het ook bij de CSFR Groningen de gewoonte dat aankomende eerstejaars tijdens de ontgroening met gebogen hoofd lopen. Alleen duurt die fase bij de CSFR in Groningen twee dagen en bij andere studentenverenigingen soms wel twee weken.
Of ik me kan voorstellen dat jonge mensen het als vernederend ervaren dat ze twee dagen met gebogen hoofd moeten lopen? Bij de CSFR, dat geldt voor alle disputen, is het absoluut niet de bedoeling om mensen te vernederen. Bij ons dispuut bezinnen we ons regelmatig op de vraag welke doelen een ontgroening moet dienen. Denk aan het verstevigen van de band binnen een jaargroep.
Feit is dat er tijdens de ontgroening sprake is van hiërarchie. De nieuwelingen moeten zich onderdanig opstellen tegenover de ouderejaars. De jongeren luisteren naar de ouderen. Bijvoorbeeld als ze er tijdens de ontgroening in Groningen op een schoolse wijze de geschiedenis en grondslag van de CSFR krijgen ingestampt.
Een speciale commissie binnen ons dispuut houdt activiteiten tijdens de ontgroening in de gaten. We leveren maatwerk. Zo nodig bouwen we rustmomenten in. CSFR Groningen heeft bijvoorbeeld overleg met de Rijksuniversiteit Groningen wat betreft veiligheidseisen rond ontgroeningen. Studenten die veel sporten, laten we vaker opdrukken dan jongeren die minder conditie hebben. Ja, ik kan me voorstellen dat sommige studenten de introductie bij de CSFR minder leuk vinden.
NU
Ik vind het verschrikkelijk dat er een aspirant-lid van het Groningse studentencorps Vindicat onlangs gewond is geraakt bij de ontgroening. Erg is ook dat er vanuit die studentenvereniging op internet een lijst is geplaatst met namen van jonge studentes die volgens mannelijke studenten graag seksuele handelingen zouden willen verrichten.
Dit soort berichten komen voor mij niet als een grote verrassing. In Groningen hoor ik wel vaker dergelijke verhalen over Vindicat. De cultuur is er vaak nogal seksistisch.
De introductie bij de CSFR is nauwelijks te vergelijken met de ontgroeningskampen van grote studentenverenigingen als Vindicat en Albertus Magnus. Seksuele intimidatie en geweld binnen de CSFR zijn mij volkomen vreemd.
We moeten oppassen al te makkelijk met de beschuldigende vinger naar Vindicat te wijzen. Het gaat om een exces. Jaarlijks ondergaan zo’n 1500 studenten in Groningen een ontgroening. Dat gaat in veruit de meeste gevallen goed.
STRAKS
Ik snap dat onder meer minister Bussemaker van Onderwijs, de gemeente Groningen en de Rijksuniversiteit Groningen verontwaardigd zijn over de excessen bij Vindicat. Elke ontsporing is er één te veel. Als er maatregelen worden genomen om fysieke en mentale intimidatie tijdens ontgroening te voorkomen, juich ik dat alleen maar toe.
Maar anders dan de gemeente en de universiteit ben ik tegen afschaffing van de ontgroening. Dat studentengebruik heeft namelijk mooie aspecten. Zoals het maken van vriendschap binnen een groep en het deel uitmaken van een vereniging.
Als je gaat studeren, komen veel nieuwe dingen op je af. Je verlaat vaak je woonomgeving en moet een nieuw netwerk opbouwen. Daarom is voor mij de CSFR heel waardevol. Zeker ook vanwege de Bijbelkring, waar we gesprekken over het geloof voeren. Je krijgt kameraden en verbreedt je blikveld. Het is vormend dat ik als student geschiedenis en theologie op CSFR-bijeenkomsten bijvoorbeeld met studenten geneeskunde discussieer over medische ethiek. Geregeld borrelen we tot diep in de nacht door. Sommigen houden best van een biertje. Tijdens de ontgroening is alcohol verboden. Dronkenschap is verkeerd en willen we niet. Daar zijn we best strikt in. We letten op elkaar.