Volgens advocaat José María Caballero van hoofdverdachte Juan C. en de advocaten van de twee Roemeense verdachten Constantin S. en Valentin I. rammelt de aanklacht van het Openbaar Ministerie. Van een koelbloedig geplande moord is naar hun mening geen sprake. „Ze hadden volgens het politieonderzoek niet eens vooraf bedacht waar ze de lijken zouden verbergen”, zei Caballero. Als er geen plan vooraf was, kunnen de verdachten hooguit voor doodslag veroordeeld worden.

„In de media worden Roemenen al gauw beschouwd als huurmoordenaars”, constateerde Caballero. „Een huurmoordenaar doet zijn werk snel en schoon. Maar daar was hier geen sprake van.” Hij wees erop dat voorwerpen als bloemenvazen zijn gebruikt om de Nederlanders te doden, in plaats van een vuur- of steekwapen „zoals je van een professionele moordenaar zou verwachten”.

Volgens de advocaten van de verdachten liepen de gebeurtenissen uit de hand tijdens de bijeenkomst waarbij Visser en Severein uiteindelijk werden gedood. „Er was geen plan vooraf”, benadrukte Caballero.

Aanklager Verónica Celdrán vindt dat er wel degelijk een plan was. Om een zakelijk conflict met Severein beraamde Juan C. de moord, huurde daarvoor de twee Roemeense verdachten in en riep de hulp in van zijn vriendin María Rosa Vázquez. Vázquez kreeg volgens Celdrán de opdracht van Juan C. om vuilniszakken, bijtende soda en een motorzaag te kopen als voorbereiding op het misdrijf.

Ook pikte zij Visser en Severein in Murcia op om hen naar het afgelegen landhuis te brengen waar het Nederlandse stel werd vermoord. Vázquez wordt niet berecht, omdat zij volgens justitie geen weet had van de moordplannen.

De zitting is geschorst tot maandag, omdat advocaat Melecio Castaño van S. onwel was geworden.