Brandweer: Veiligheid Betuwelijn onvoldoende
Bij de aanleg van de Betuwelijn is onvoldoende rekening gehouden met een ramp met gevaarlijke stoffen. Dat blijkt uit een vertrouwelijk rapport van het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (Nibra) in Arnhem.
Het rapport is in handen gekomen van de Volkskrant, die hier vrijdagochtend melding van maakte. In totaal zou op 222 plekken langs de spoorlijn de veiligheid niet in orde zijn. De Betuwelijn is juist aangelegd om het vervoer van gevaarlijke stoffen veiliger te maken.
Het rapport meldt dat de brandweer in veel gevallen te laat op de plaats van de ramp zal arriveren. Bluswerk wordt bemoeilijkt door metershoge geluidsschermen, het ontbreken van voldoende parkeerplek voor de brandweerauto’s en de aanwezigheid van een brede sloot langs het spoor.
De bouwers van de Betuwelijn hebben verzuimd bruggetjes te plaatsen over de sloot langs het spoor. Daardoor kan de brandweer op 71 plekken de rampplaats moeilijk bereiken. De brandweer moet dan gebruikmaken van opblaasbare bruggen.
Langs 75 kilometer van de 100 kilometer lange spoorlijn is de brandweer niet binnen de vereiste dertig minuten ter plaatse. Dit is alleen te verhelpen met extra maatregelen, zoals de aanleg van wegen of detectieapparatuur langs het spoor. Als de brandweermannen speciale gaspakken of schuimblussers moeten meenemen, duurt het nog langer voor ze ter plaatse zijn.
Het rapport dateert van november 2003, maar vanwege de „technische aard” nooit openbaar gemaakt. De onderzoekers onderscheiden in het rapport diverse rampscenario’s: tankwagons met gevaarlijke stoffen kunnen exploderen, giftige gassen kunnen vrijkomen. Daarbij vallen volgens de verschillende scenario’s veel slachtoffers.
Als de Betuwelijn in 2007 operationeel is, moet het goederenvervoer door steden en dorpen grotendeels tot het verleden behoren.