Muziek

Ad Wammes: componist die z’n eigen hart volgt

Jarenlang schreef Ad Wammes muziek voor educatieve programma’s van de omroep Teleac. Totdat hij zich een jaar of tien geleden ging richten op klassieke muziek. Zijn composities worden internationaal gewaardeerd.

Jan-Kees Karels

27 September 2016 08:23Gewijzigd op 16 November 2020 06:53
De componist Ad Wammes. beeld Sjaak Verboom
De componist Ad Wammes. beeld Sjaak Verboom

Staand bij de tafel in de woonkamer, koffiekan in de hand, begint hij het gesprek. Over het aanvragen van subsidies door componisten, pianoles geven, gerenommeerde organisten die zijn werk spelen of een recensent die het afdoet als muzak.

Ad Wammes is componist en kunstliefhebber. Onlangs publiceerde hij een achtdelig werk voor een klein eenklaviers orgel, waaronder een ”Contemplation” bij het overlijden van de New Yorkse organist John Scott. „Ik heb hem leren kennen als een sympathieke man”, blikt Wammes terug. „Steeds als ik een nieuw orgelstuk klaar had, deed hij een bestelling.” In oktober gaat Wammes naar de VS, waar hij aan diverse universiteiten lezingen geeft.

1. Het verschil tussen populaire en klassieke muziek is relatief: het gaat uiteindelijk om de goede smaak.

„Daar ben ik het niet mee eens. De stelling gaat ervan uit dat iemand zegt: Ik heb een goede smaak en jij niet. Daar geloof ik niet in. Wel geloof ik in het bestaan van goede en slechte muziek. Er is goede muziek die niet mijn smaak is. Free jazz bijvoorbeeld – ik houd er niet van, maar hoor soms wel dat muzikanten heel goed bezig zijn.”

2. Een musicus die nooit eigentijdse muziek speelt, blijft in het verleden hangen.

„Als jongen had ik pianoles. Op een gegeven moment was voor mij duidelijk: ik wil de muziek in. Op de muziekschool in Utrecht moest ik de Roemeense volks­dansen van Bartok spelen. In het begin vond ik dat helemaal niks. Toch ben ik ermee doorgegaan, en na twee weken was ik verkocht. Wat dat betreft is het goed om met moderne muziek in aanraking te komen. Het is net als met eten: je voert je kinderen niet alleen sperzieboontjes, maar geeft hun ook een keer witlof. Maar als Ton Koopman alleen maar oude muziek speelt, prima toch? Ik kan me voorstellen dat je in die sfeer werkt en daarin blijft hangen.”

3. Het feit dat mijn compositie ”Miroir” over de hele wereld wordt gespeeld en al vijftien keer op cd is vastgelegd, doet wel wat met me.

„Dat is geweldig natuurlijk. Vooral omdat ik eerst een aantal afwijzingen kreeg van het Fonds voor de Scheppende Toonkunst, waar ik composities indiende om te worden gesubsidieerd. Zo’n afwijzing heeft toch impact op je. Je gaat je afvragen: schrijf ik wel goede muziek? De verspreiding van mijn werk ervaar ik als erkenning. Als componist volg ik alleen mijn hart. Dat houdt in dat mijn werk heel ritmisch en harmonisch is. Ik schrijf geen muziek die ik niet mooi vind. Het heeft me altijd verbaasd dat studenten die compositie studeren het conservatorium binnenkomen met een stukje Debussy, en dat ze het jaar erop streng serieel (werkend met toonreeksen, red.) bezig zijn. Zo snel kun je je nooit ontwikkelen. Ik vind dat je als componist uiting moet geven aan wat in jou leeft. Je moet je eigen geluid laten horen.”

4. Het inspireert bijzonder als ik een compositie als verjaardagscadeau maak.

„Dat klinkt idealistisch. Het inspireert me niet bijzonder doordat het een cadeau is. Het gaat mij gewoon om het maken van een nieuw werk. Maar ik vind het wel leuk om rekening te houden met de wensen van de ontvanger, met wat hij technisch kan, wat zijn smaak of karakter is. Dat wil niet zeggen dat als iemand van Brahms houdt, ik een Brahmsstuk ga maken. Maar het geeft me wel een indruk van wat men mooi vindt.”

5. Het jarenlang schrijven voor programma’s van de educatieve omroep Teleac heeft mij als componist gevormd.

„Waar ik vooral door gevormd ben, is het feit dat ik geen populaire maar klassieke muziek aan het conservatorium heb gestudeerd – piano en compositie. Daar ben ik achteraf blij mee. Want voor Schooltv kreeg ik de vraag: kun je muziek maken bij een serie over de middeleeuwen? Dan ging ik op onderzoek uit, en doordat ik de klassieke opleiding had gevolgd wist ik de bronnen te vinden. Ik denk niet dat het werken voor de omroep mij als componist speciaal heeft gevormd. Ik vermoed eerder dat het me heeft tegengewerkt wat betreft het schrijven van lange stukken. Mijn ”Vallée des Danses” is een orgelstuk van zeventien minuten. Bij het componeren ervan had ik het gevoel de grote lijn uit het oog te verliezen. Muziekstukken voor de tv zijn vaak korte nummers. Om eenvoudig te componeren heb ik veel geleerd van de tekenaar Dick Bruna. Ik heb ooit een opera gemaakt, de eerste nijntje-opera, ”nijntje gaat logeren”. Daarvoor kwam ik regelmatig in het atelier van Dick Bruna in Utrecht, om met hem over het project te praten. Bruna vertelde dan dat het minieme, het kleinste detail, voor hem heel belangrijk is. Die houding heeft mij beïnvloed.”

6. Ik zou na de bewerking over Psalm 23 best meer willen maken over de Geneefse melodieën.

„Ja, waarom niet? Ik heb alleen die ene psalm gedaan. Ook heb ik ooit een compositie gemaakt over ”De Heer is mijn herder”, en onlangs voor een Brits Orgelbüchleinproject een bewerking van ”Christ der du bist der helle Tag”. Overigens vind ik de Geneefse melodieën niet speciaal inspirerend. Er is eigenlijk geen sprake van ritme in deze melodieën, zelfs niet als er sprake is van lange en korte noten. Mijn moeder speelde oude muziek van Bach en Mozart, daar had ik niet zo veel mee. Beethoven vond ik wel fantastisch, of Chopin. Voor uitgeverij De Haske heb ik stukken van Chopin vereenvoudigd en uitgegeven.”

7. Door mijn vrouw Inge, die organiste is, ben ik het orgel meer gaan waarderen.

„Dat vind ik moeilijk te zeggen, want mijn moeder was al organiste. Ooit heb ik haar vervangen tijdens een mis. Later ging ik met mijn vrouw mee met de orgelklas van het conservatorium. In de tijd dat ik haar leerde kennen, speelde ik bij een Haagse rockband, als toetsenist op een hammondorgel. Waardoor het orgel me imponeerde weet ik niet meer precies. Wel weet ik dat Inge op een dag thuiskwam met ”Litanies” van Jehan Alain. Een geweldig stuk, ik riep uit: „Ik wist niet dat orgel ook zo kan klinken.” De organist Nico van de Hooven is belangrijk voor mij geweest. Hij zei tegen mijn vrouw: Je bent verplicht om een modern werk op je eind­examen te spelen. Vraag Ad eens of hij een orgelstuk wil maken. Toen heb ik mijn eerste orgelwerk, ”Mytò”, gecomponeerd.”

8. Ik ben muzikaal gezien altijd mijn eigen weg gegaan.

„Ik vind het onbegrijpelijk dat veel studenten op het conservatorium zo’n beetje in dezelfde stijl schrijven, aangewakkerd door de leraar die daar lesgeeft. Er zijn maar weinig mensen die hun eigen verhaal vertellen. Ik heb altijd gedacht dat componisten zelfstandige wezens waren. Maar er zijn veel schapen die de herder volgen. Dat heeft ook te maken met het feit dat componisten vaak worden gesubsidieerd. Dan denk je als componist: Ik kan maar het best in die stijl schrijven, anders krijg ik de opdracht niet.”

9. Naast componeren zijn er veel andere mooie dingen in het leven.

„Zeker. Ik houd veel van goede kunst. Alles wat ik hier in huis heb hangen, is origineel. Van de kunstenares Elizabeth Varga heb ik diverse werken staan. Een paar jaar geleden zag ik een uitzending van de EO over haar werk. Toen heb ik de EO gebeld, haar adres gevraagd en contact gelegd. Het werk van Susan Schildkamp zag ik in het verzorgingstehuis van mijn moeder. Ook heb ik een werk van Ger Lataster en Ton Bruynèl, mijn leraar elektronische muziek op het conservatorium, hangen. Later werd hij een goede vriend, een soort vaderfiguur voor me. Verder houd ik van lezen. Op dit moment ben ik bezig in een boek van de Amerikaanse historicus Russell Shorto over de geschiedenis van New York.”

10. Muziek staat niet op zichzelf, maar heeft ook een levensbeschouwelijke kant.

„Ik ben niet christelijk meer, heb afstand genomen van het geloof. Bij mijn orgel­compositie naar aanleiding van het overlijden van de organist John Scott heb ik ”Soli Deo gloria” gezet, omdat dat Johns motto was. Dan vind ik het mooi om die link te leggen. Het is een ingetogen stuk dat ik eerst op de piano heb gemaakt. Waarom is er altijd zo veel lawaai nodig om te imponeren? Ik kan me voorstellen dat als er iemand in je omgeving sterft, je dat in je composities wilt uitdrukken. Maar ik kan me niet her­inneren dat ik gehuild heb bij het overlijden van mijn vader. Wel bij het overlijden van Bruynèl, maar ook toen ben ik niet speciaal iets gaan componeren. Ik heb op de begrafenis een praatje gehouden, en vooraf lang nagedacht over de vraag: wat zal ik gaan zeggen?”


Levensloop Ad Wammes

Ad Wammes (1953) studeerde compositie bij Ton de Leeuw, Theo Loevendie en Klaas de Vries, piano bij Edith Lateiner-Grosz en elektronische muziek bij Ton Bruynèl. Hij schreef eerst vooral muziek voor de educatieve omroep Teleac en richt zich sinds 2005 volledig op de wereld van de klassieke muziek.

Wammes componeert werk voor uiteenlopende instrumenten, zoals accordeon, piano, carillon, orgel, fluit, viool en trompet. In zijn studio in zijn woonplaatsHarmelen is een mix te vinden van oude analoge instrumenten en de jongste snufjes op digitaal gebied. Op zijn website compositie­cadeau.nl kan iedereen een compositie als cadeau voor een vriend of familielid bestellen.

In 1989 verscheen ”Miroir” voor orgel. De heruitgave van dit werk in 2007 door de Britse uitgever Boosey & Hawkes betekende zijn internationale doorbraak. Het wordt wereldwijd gespeeld door vakorganisten en studenten. Zijn pianomuziek kwam uit bij Schott Music (”Easy Rock”) en De Haske (”Different Colours” en ”More Different Colours”). In 2012 publiceerde Boosey & Hawkes ”Toccata Chromatica” en ”Ride in a High-Speed Train”. Onlangs verscheen ”Riveder le stelle”, een werk voor gemengd koor en orgel, gecomponeerd in opdracht van de kathedraal van Uppsala in Zweden.

Meer informatie: www.adwammes.nl


In Staccato reageren muzikanten op tien stellingen. Volgende aflevering: zaterdag 22 oktober.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer