Wind tegen voor JSF in de polder
Betaalbaar. Daarmee verkochten de Amerikanen de Joint Strike Fighter. Maar het nieuwe gevechtsvliegtuig pakt fors duurder uit. Het Nederlandse bedrijfsleven probeert een graantje mee te pikken.
Buiten is er wind, binnen is er wind. Voor de Duits-Nederlandse Windtunnel (DNW) is er geen geen betere plek dan de Noordoostpolder. Het testgebouw tussen de uitgestrekte weilanden in de buurt van Marknesse is niemand tot last.
In een immens grote hal test DNW met nauwkeurig nagebouwde modellen van aluminium het gedrag van de F-35 Joint Strike Fighter. Bij starts en landingen bijvoorbeeld. Maar ook het effect van luchtstromen rond het toestel kan in de polder worden opgewekt.
Wind tegen dus voor de JSF. Niet alleen letterlijk. ’s Werelds grootste defensieproject kampt met enorme financiële tegenvallers. Onlangs werd bekend dat de ontwikkeling en de bouw van het vliegtuig niet 200 maar 245 miljard dollar kost. Een kostenstijging van 22,6 procent.
De tegenvaller heeft vooral te maken met hogere arbeidskosten, vertraging in het programma en gewichtsproblemen voor het toestel. De JSF wordt door het Amerikaanse Lockheed Martin ontwikkeld in samenwerking met een aantal andere landen, waaronder Nederland.
Het Nederlandse kabinet stak twee jaar geleden 800 miljoen dollar in de ontwikkelingsfase van de JSF. Deze fase eindigt in 2010. Vanaf 2006 worden de eerste opdrachten voor de productie gegeven. Wereldwijd verwacht Lockheed 3000 tot 6000 toestellen te verkopen.
Het Nederlandse bedrijfsleven ontving in de ontwikkelingsfase tot nu toe voor 210 miljoen dollar aan orders. De windtunneltests in de polder leveren DNW een slordige 20 miljoen op. De bedrijven likkebaarden bij de miljarden die hen in het vooruitzicht zijn gesteld als het toestel in productie komt. Dat het niet zo’n vaart loopt met de orders verontrust het ministerie van Economische Zaken. „We willen een eerlijk deel van de koek.”
Van Amerikaanse zijde komen geluiden dat de Nederlandse bedrijfscultuur een belangrijke hindernis is voor het binnenhalen van orders. Het typische onderhandelen over de prijs van een opdracht valt niet goed bij de Amerikaanse fabrikant Lockheed Martin.
Nederlandse bedrijven zijn vaak gewend met een hogere prijs te beginnen en dan ergens halverwege elkaar te ontmoeten. Bij de Amerikanen ben je dan echter al afgevallen. Die willen direct de scherpste prijs horen van een bedrijf dat mee wil doen aan de open competitie voor ontwikkelingsopdrachten.
De Amerikanen zijn ook verbaasd dat het Nederlandse bedrijfsleven zich niet beter organiseert om de papieren rompslomp rond de inschrijvingen voor ontwikkelingsorders te doorgronden. Het gaat dan vooral om het midden- en kleinbedrijf. Die kunnen het zich niet permitteren afzonderlijk een Amerikaanse specialist in te huren om dat voor hen te doen, maar gezamenlijk zouden zij veel effectiever kunnen optreden. Nu raken zij vaak verstrikt in de papiermolen van regels of zijn zij domweg te laat.
Bedrijven met een goed product die zich goed hebben voorbereid en zich agressief in de competitie storten, hebben goede kansen, merken deskundigen op. Maar bedrijven die een beetje achterover leunen en alleen maar klagen, komen op de Amerikaanse markt niet aan de bak.
Grote vraag is intussen of de stijgende ontwikkelings- en productiekosten de JSF straks niet te duur zullen maken. Aanvankelijk kostte het toestel 28 miljoen dollar per stuk, intussen is dat al opgelopen naar 40 miljoen.
Voorlopig geen paniek bij de Koninklijke Luchtmacht, dat het toestel afschilderde als het beste en het goedkoopste. Als opvolger van de inmiddels 25 jaar oude F-16’s wil de luchtmacht vanaf 2012 graag beschikken over tachtig JSF’s. Prijskaartje: 6 miljoen euro. Minister Kamp wil deze kabinetsperiode over de aankoop een beslissing nemen.
Voor generaal-majoor P. Vorderman, directeur materieel bij de luchtmacht, is de prijsverhoging geen verrassing. „Er wordt behoorlijk gegoocheld met cijfers”, wil hij kwijt. „Bij zo’n groot project heb je altijd prijsverhogingen.” Maar: „We gaan absoluut het moeras niet in. JSF is de beste kist voor de beste prijs.”
De Tweede Kamer wil opheldering. Binnenkort is er een debat met minister Kamp. De PvdA, verklaard tegenstander van de JSF, is geschrokken van de cijfers. Kamerlid Timmermans verwacht dat Nederland straks minder toestellen voor hetzelfde geld krijgt. Er circuleren getallen van veertig tot zestig vliegtuigen. Er zouden bijvoorbeeld drie squadrons van ieder achttien vliegtuigen kunnen komen.
Bij hoeveel toestellen is de toekomstige luchtmacht nog geloofwaardig? Generaal Vorderman wil in de windtunnel in de polder op die vraag geen antwoord geven. „We doen niet aan speculaties.”