Leren van een gehandicapt kind
Als ambassadeur van de winteractie van de stichting Kom over en help bezoekt Steven Middelkoop enkele projecten in Moldavië, het armste land van Europa. Vandaag de laatste van drie afleveringen.
Katja heeft het verstand van een gezond kind. Ze begrijpt alles en wil graag reageren. Haar lichaam doet echter niet mee. Ze lijdt aan spasmen en kan zich moeizaam uitdrukken. Terwijl we bij dit meisje thuis op de bank zitten, kijk ik om me heen. De kale huiskamer is tevens ouderslaapkamer. Enkele kussens en dekens doen vermoeden dat ook de kinderen hier de nacht doorbrengen. De muren zijn niet behangen, armoede alom. Aan vrolijkheid is hier echter geen gebrek. Vreugde alom.
Het raakt me, terwijl ik Katja in de ogen kijk. Deze mensen bezitten weinig, maar zijn drager van geluk. Waar liefde woont, gebiedt de Heere inderdaad Zijn zegen.
Katja krijgt vijf keer per week dagbesteding en onderwijs in het zorgcentrum van het echtpaar Petru en Antonina Chirica, dat zich al jaren sterk maakt voor gehandicapte kinderen. Ruim vijftien jaar geleden werd Antonina als door een wonder zwanger van hun vierde kind. Deze gave op het gebed ging voor hen gepaard met de verwachting dat de Heere een speciale opdracht had voor dit kind. Antonina dacht: „Zal deze zoon een groot evangeliedienaar worden? Iemand als dr. D. L. Moody?”
Op de tweede dag na de geboorte kregen ze te horen dat hun zoontje drager was van het syndroom van Down. Het ziekenhuis adviseerde hen afstand te doen van het kind; het zou geen toekomst hebben. Dit is een breed geaccepteerde gewoonte in Moldavië. Men schaamt zich voor kinderen met een handicap, en in veel gevallen voeden ouders hen in stilte op achter gesloten deuren. Ziekenhuizen staan nauwelijks open voor medische zorg. Slechts een enkele arts biedt hulp.
Voor het echtpaar Chirica was dit het begin van een ander leven. Hun kind kreeg betekenis voor het Koninkrijk van God doordat zij zich vanaf dat moment sterk maakten voor gehandicapte kinderen. Inmiddels bezoeken dagelijks meer dan tien kinderen hun centrum, waarbij ze hen met liefde en zorg omringen. Petru geeft daarnaast als voorganger leiding aan een kleine kerkelijke gemeente van 25 personen. Het evangelistenechtpaar kreeg via de geboorte van hun zoon een nieuwe bediening.
De combinatie van predikant en welzijnswerker lijkt in Oost-Europese landen vaak gemeengoed. Als de overheid zich terugtrekt, treedt de kerk naar voren. Dit neem ik mee als ‘spiegel’ voor Nederland. Ik moest sterk denken aan wat Jezus Christus zegt in Mattheüs 25:36: „Ik ben ziek geweest, en gij hebt mij bezocht.”
Ik zag het leed in Moldavië met eigen ogen. Hoewel dit aangrijpend is, blijft de liefde van Moldavische christenen voor de meest kwetsbaren in de samenleving mij het meest bij. Dit kost je namelijk geen geld, maar jezelf.