Winst Baskische nationalisten
De nationalisten in Baskenland hebben zondag de regionale verkiezingen gewonnen. De Baskische Nationalistische Partij (PNV) van leider Iñigo Urkullu kreeg volgens de eerste peiling nadat de stembussen waren gesloten de meeste steun, maar die is naar het zich laat aanzien niet groot genoeg om alleen te gaan regeren. Daarvoor moet dus een coalitiepartner worden gezocht.
In Galicië behield de centrumrechtse Volkspartij (PP) van premier Mariano Rajoy, een zoon van de streek, de absolute meerderheid. Alberto Núñez Feijóo is er sinds 2009 aan de macht en kan zijn beleid ongehinderd voortzetten. De exitpoll wees uit dat de marge met de socialisten (PSOE) zelfs iets groter is geworden. Net als in Baskenland verloor de grootste oppositiepartij in vergelijking met 2012 zetels aan nieuwkomer Podemos.
Ongeveer vier miljoen mensen brachten in deze autonome regio’s in het noordwesten van Spanje hun stem uit. Voor de regering in Madrid is het vooral van belang hoe de PSOE het ervan afbrengt. Als het resultaat tegenvalt, kan partijleider Pedro Sánchez aan invloed inboeten. Hij blokkeert tot dusver een nieuwe ambtstermijn van Rajoy. Collega-socialisten die een PP-kabinet gedogen, komen dan wellicht bovendrijven. Door de huidige patstelling heeft Spanje sinds eind 2015 geen volwaardig functionerende regering.