In het schrijven zegt Balfour dat de Britse regering zal helpen dit doel van de zionisten te steunen, mits de rechten van de Palestijnen niet worden geschonden. Abbas zei donderdag bij de Verenigde Naties dat het nu, bijna honderd jaar later, tijd wordt dat Groot-Brittannië toegeeft dat de wegbereiding voor een Joodse staat voor het Palestijnse volk „een catastrofe, ellende en onrecht” heeft gebracht.

De Britten mogen onderhand weleens de consequenties van hun toenmalige politiek rechtzetten. Het erkennen van de Palestijnse staat behoort daartoe, zo zei Abbas in New York. „Dat is wel het minste wat Groot-Brittannië kan doen.”

Bij de Algemene Vergadering van de VN verklaarde zowel Israël als Palestina zich donderdag bereid om weer met elkaar in overleg te treden. Israëls minister-president Netanyahu en Palestina’s president Abbas vielen elkaar direct daarop weer stevig aan.

Israël, zei Netanyahu, wil direct alle discussiepunten bespreken. Abbas sprak van inspanningen voor een Midden-Oostenvredesconferentie. Maar dé grote hindernis voor overleg blijft de bouw van nederzettingen door Israël op de bezette Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem. In plaats van hier anderen toe te spreken, kunnen we beter mét elkaar spreken, zei de Israëlische premier.