In verschillende studentensteden in Nederland heeft de opsporingsdienst FIOD–ECD, op verzoek van de Amerikaanse autoriteiten, woensdag invallen gedaan op zoek naar illegale software. De actie heeft te maken met de bestrijding van internationale criminele organisaties die zich met behulp van computers en internet bezighouden met grootschalige en wereldwijde uitwisseling van illegale kopieën van computerprogramma’s. Deze organisaties staan bekend als zogenoemde ’Warez–groepen’.

Deze Warez–groepen zijn op zoek naar supersnelle internetverbindingen en computers met grote opslagcapaciteiten. Die zijn te vinden bij de computers van studenten die zijn aangesloten op het netwerk van hun universiteit. Iedere universiteit heeft de beschikking tot een internetverbinding van 1 gigabit per seconde.

Studenten en universiteitsmedewerkers kunnen volgens een medewerker van de Delftse studentenorganisatie OnLine Internet (OLI) via dat netwerk een internetaansluiting krijgen met een snelheid van 100 megabit per seconde. Vergeleken met een normale internetgebruiker is deze verbinding bijna tien keer zo snel, een goede en ook iets duurdere adsl–verbinding heeft een snelheid van 8 megabit per seconde.

De softwarebendes zoeken via chat–programma’s contact met studenten om via het universiteitsnetwerk zo snel en zo vaak mogelijk van internet illegale software te downloaden en te verspreiden. De studenten kunnen hier actief aan meewerken door hun verbinding beschikbaar te stellen, maar de aansluitingen kunnen ook ongemerkt worden gehackt.

Deze plekken worden ook wel ’safehouses’ genoemd. Vanuit de ’safehouses’ wordt de software snel verspreid naar honderden andere computers die verbinding hebben met internet. De Warez–groepen ruilen en verkopen de illegale kopieën via internet of maken illegale cd’s en dvd’s voor de verkoop.

„Op de universiteit zijn veel aansluitingen, van daaruit kunnen deze praktijken anoniem worden uitgevoerd. Als de aansluiting wat trager wordt, dan stappen die bendes weer over naar een andere aansluiting", aldus de medewerker van OLI. „De computers van studenten zijn vaak slecht beveiligd. De universiteit werkt met een open netwerk, dus het is voor een internetbende eenvoudig om in te breken."

Volgens de medewerker van OLI zijn er twee soorten studenten die aan dit soort praktijken meewerken. „De studenten worden via chatprogramma’s gelokt met het vooruitzicht dat ze alles kunnen downloaden wat maar op internet te vinden is. De een stelt dan slechts zijn verbinding beschikbaar voor zo’n bende en laat eventueel ook nog een extra computer bij hem op de studentenkamer installeren voor opslagruimte. De student weet niet wat er allemaal gebeurt, maar profiteert wel van de nieuwste games en films. Een ander zal daar wellicht ook nog geld aan verdienen, door zelf illegale kopieën te maken en deze weer op de campus door te verkopen."

Erik de Winkel van de Dienst Technische Ondersteuning (DTO) van de Technische Universiteit Delft (TU Delft) zegt dat dit soort praktijken nauwelijks zijn te voorkomen. „We controleren het dataverkeer van al onze aansluitingen, wanneer we zien dat het verkeer uitzonderlijk groot is, dan verlagen we de snelheid van de lijn van 100 megabit naar 128 kilobit per seconde." De DTO verzorgt alle ICT aan de TU Delft. Alleen al op de campus van de TU Delft zijn 4000 aansluitingen.

„Toen de FIOD met het verzoek om informatie kwam, hebben wij die ook gegeven. Ik vind het hopeloos dat het gebeurt. We lichten voor dat het illegaal is, maar er zijn nog steeds studenten die de grenzen opzoeken", aldus De Winkel. Tegen het hacken van de universiteitsaansluitingen treft de TU Delft ook maatregelen. „We scannen alle aansluitingen regelmatig af op hackers. Zodra we er een ontdekken, waarschuwen we de beheerder van de aansluiting." Een woordvoerster van de TU Delft meldt dat een studentenkamer in Delft is binnengevallen en de computer is meegenomen.