Premier Rutte „nog lang niet tevreden”
„Ik ben nog lang niet tevreden. We hebben nu een grote stap gezet door de overheidsfinanciën op orde te brengen. Maar ik ben pas echt tevreden als we de volgende stap hebben gezet, zodat álle mensen de toegenomen welvaart ervaren. En als het gaat om waarden en normen kunnen we ook nog flink aan de bak.”
Premier Rutte moest zich dinsdag in een gesprek met journalisten in zijn werkkamertje, het Torentje, verdedigen. De hoofdboodschap uit de Troonrede en de Miljoenennota luidt dat Nederland sterker uit de crisis is gekomen. Maar de praktijk is dat veel mensen helemaal niets merken of gaan merken van de verbeterde omstandigheden.
Rutte haast zich om te zeggen dat hij het onbehagen begrijpt. Hij is ook „nog lang niet tevreden.” Er is sprake is van „een economische tussenstand” en hij is pas trots en tevreden als „iedereen het herstel ook ervaart.” Volgens de premier moet er nog veel gebeuren op het punt van de werkgelegenheid. Deze is nog niet op het niveau van voor de crisis. „Ik vind het heel bijzonder dat we met 17 miljoen mensen zo’n moeilijke tocht door de woestijn hebben gemaakt. En wat ik nu ten diepste wens, is dat we allemaal ook gaan ervaren dat het gelukt is.”
Alleenverdiener
Dat alleenverdieners er verhoudingsgewijs opnieuw minder op vooruit gaan dan tweeverdieners, erkent de premier. „Dat komt door de afbouw van de algemene heffingskorting. Die verdwijnt in twintig jaar. Dat tikt door. Maar dat is wel een beleid dat een grote meerderheid in de Tweede Kamer wenst. We vinden het belangrijk dat vrouwen ook op de arbeidsmarkt komen. Ik erken dat de afbouw behoorlijke koopkrachteffecten heeft. Maar ik ben er ook blij mee dat we volgend jaar –zonder de afbouw te vertragen– kunnen komen tot koopkrachtverbetering voor deze groep. Ook alleenverdieners gaan er per saldo op vooruit. Dat was een terechte wens van ChristenUnie en SGP. En voor alleenverdieners met een chronisch ziekte partner schrappen we grotendeels de eigen bijdrage die ze moeten betalen voor de WMO.”
Het verwijt van economen dat de werkloosheid in ons land zo hoog is omdat de overheid de afgelopen jaren te veel bezuinigde, werpt Rutte ver van zich. „Bizar”, noemt de premier een studie van de ING Bank waarin dit staat. „Dat rapport kan ik niet serieus nemen. Daarin staat dat we het meer hadden moeten doen zoals Frankrijk. Dan hadden we nu een werkloosheid van 10 procent gehad, een staatsschuld van 100 procent, een economie die niet meer groeit en minder buitenlandse investeringen.
We hebben een grote bancaire sector die voor de crisis een balanstotaal had van vijf à zes keer de omvang van de Nederlandse economie. We verloren tussen 2008 en 2011 rap het vertrouwen van de internationale financiële markten. Het was rampzalig geweest als we toen niet fors hadden ingegrepen. We hadden de staatschuld van 400 miljard euro niet meer kunnen financieren. Ook was de rente omhooggegaan en zouden we buitenlandse investeerders zijn misgelopen. Ik ga de komende dagen naar Korea. Daar hebben ze een groot vertrouwen in Nederland. De Koreanen zien ons land als veilig, als een land waar de kinderen op de fiets naar school kunnen. De overheid is hier betrouwbaar. Als we het met de Franse slag hadden gedaan, was het misgelopen. Het ING-rapport is beneden niveau.”
Waarden en normen
Het gevoel van onbehagen in ons land heeft volgens Rutte niet alleen te maken met het achterblijven van welvaart voor iedere Nederlander. Maar ook „met de vraag of Nederland nog wel Nederland blijft. Nu de economische crisis voorbij is, gaan mensen zich meer bezighouden met andere thema’s, zoals waarden en normen. Ik heb er aandacht voor gevraagd in de Troonrede. Ik deed dat vorig jaar met de dikke-ik-speech op het VVD-congres en daarvoor deed ik het als VVD-fractievoorzitter ook. Dit is een rode draad in mijn optreden.”
De premier vindt dat de overheid de normen stevig moet neerzetten en die ook moet handhaven. „Dan is het voor nieuwkomers helder waar ze zich aan hebben te houden. Zij moeten zich aanpassen aan ons, niet wij aan hen. Nederland moet Nederland blijven. Twee kerels moeten wel hand in hand kunnenblijven lopen als ze in de Schilderswijk in Den Haag komen. Een vrouw moet wel een rok aan kunnen doen als ze daar naar de markt gaat. Dat is voor mij cruciaal. Als mensen overlast veroorzaken, zal de overheid optreden.”
Het integratiebeleid van de afgelopen dertig jaar is volgens Rutte mislukt. „Nederland is te lang te vaag en te cultuurrelativistisch geweest. Dat is mede de schuld van mijn partij, de VVD. Ik loop daar niet voor weg. Overigens zijn niet alleen wij schuldig. In de jaren tachtig en negentig dachten we: Laat mensen een beetje hun eigen zuil met hun eigen taal inrichten. We dachten dat de nieuwkomers en de allochtonen wel naast elkaar zouden kunnen leven. Mensen gingen een islamitisch-Turkse zuil bouwen. Dat heeft rampzalig uitgepakt.”
Rutte wil een nieuwe start maken. Maar daar gaat tijd overheen. „Je repareert niet in vier jaar tijd wat je tientallen jaren hebt laten glippen. Maar het begint wel met de norm neerleggen. Dat heeft de regering nu in de Troonrede gedaan. Daarna is het ook belangrijk dat we die norm gaan handhaven. Dat gebeurt nu bijvoorbeeld in Zaandam, waar we de straat terugveroveren.”
Doorgeslagen idioten
Anderzijds erkent Rutte ook dat er in ons land racisme is. „Ik sta regelmatig voor de klas in een Haagse wijk met veel allochtonen. Van hen hoor ik ook verhalen. Die vind ik ook zo erg. Ik vind racisme een van de allerdomste menselijke tekortkomingen.”
In dit verband hekelt de premier de opstelling van autochtone Nederlanders die zich misdroegen in en rond gemeentehuizen bij de komst van een asielzoekerscentrum of een noodopvang. Rutte noemt hen „doorgeslagen idioten die de discussie in de raad onmogelijk maakten door te gillen en te schreeuwen en vuurwerk naar het gemeentehuis te gooien, varkenskoppen op te hangen en noem maar op. We moeten ook daar waarden en normen handhaven en geen concessies doen.
Tegen buitenlanders zeg ik: Je mag van mij verwachten dat ik er alles aan doe om dit te voorkomen, maar ik ga dat racisme niet voor 100 procent wegkrijgen. Jij hebt de keuze hoe je daarmee omgaat. Als je wordt afgewezen, ga je dan jankend in de hoekje zitten? Of beuk je door? Als je het nog eens probeert en nog eens, dan ben je je aan het invechten, dan krijg je ook een kans. Dan kun je burgemeester van Rotterdam worden of voorzitter van de Tweede Kamer.”
Of Rutte vindt dat hij voldoende erkenning krijgt voor hetgeen nu is bereikt? De premier maakt een afwerend gebaar: „Ik zit daar helemaal niet op te wachten, echt niet. Het gaat toch niet om mij, alstublieft. Zo zit ik echt niet in mijn baan. Als dat me dreef, ging ik echt ander werk doen. Ik wil mensen helpen, buitenlandse investeringen naar Nederland halen, de woningmarkt en de arbeidsmarkt verbeteren, de zorg beter organiseren enzovoort. Dat drijft me. Het gaat mij om Nederland.”