Katharina von Bora was echt niet de ideale vrouw
Als ideaalbeeld van de nieuwe, bevrijde en toegewijde vrouw wordt ons steeds weer –en richting de grote Reformatieherdenking van 2017 steeds meer– Luthers vrouw Katharina von Bora voor ogen gehouden.
De vraag of dat beeld wel klopt wordt nauwelijks gesteld. En daarom is het goed dat de Duitse theologe Sabine Kramer in kaart heeft gebracht hoe er door protestantse en rooms-katholieke tijdgenoten over mevrouw Luther werd gedacht. Uit haar studie ”Katharina von Bora in den schriftlichen Zeugnissen ihrer Zeit” komt niet de ideale echtgenote naar voren. Wel wordt duidelijk dat Katharina von Bora vooral werd gezien als de bekendste ex-non, als de echtgenote van een van de bekendste mensen in Europa en als iemand die tot de leidende figuren in Wittenberg behoorde.
Dat laatste was echter niet heel opzienbarend en had ook niet veel met de Reformatie te maken. Al eeuwenlang waren er vele vrouwelijke geestelijken die tot de elite behoorden en leidinggevende posities hadden. Wie Katharina’s positie vergelijkt met die van haar tijdgenote Teresia van Ávila (1515-1582) moet echter erkennen dat Teresia wat haar positie en optreden betreft moderner was dan Katharina. Teresia was een Spaanse non die met haar geschriften grote invloed heeft gehad op de mystiek. Ze werd en wordt gezien als een leermeesteres van de kerk als het gaat om het zoeken van de persoonlijke en diepe omgang met God.
Een overzicht van haar werk, haar leven en haar betekenis wordt gegeven in de bundel ”Teresa von Ávila. Lehrmeisterin des Lebens”, die in Duitsland uitkwam ter gelegenheid van haar 500e geboortedag. Daaruit komt het beeld van een vrouw naar voren die veel publiceerde, zelf een klooster stichtte en uiteindelijk heilig werd verklaard. Het is dan ook geen wonder dat de stelling ter discussie staat dat de Reformatie voor een emancipatie van de vrouw heeft gezorgd en dat Katharina von Bora daar het lichtend voorbeeld van was.
Heilige vrouwen
Toen Luthers reformatorische boodschap klonk, kende de kerk al een lange traditie waarin vrouwen een invloedrijke en voorbeeldige rol speelden. Zo is Hedwig van Silezië (1174/78-1243) te noemen, die vooral bekend is als de heilige Hedwig. De levensbeschrijving die in de dertiende eeuw van haar verscheen is nu door de Duitse mediaeviste Sabine Seelbach in een nieuwe Duitse vertaling gepubliceerd. Dat geeft aan dat er hernieuwde belangstelling bestaat voor de traditie waarin Hedwig stond.
Hedwig groeide als kind op in een klooster omdat haar ouders haar goed onderwijs wilden laten geven. Ze trouwde op haar twaalfde met Hendrik I, hertog van Polen, met wie ze zeven kinderen kreeg. Samen met hem zette ze zich in voor de opbouw van de kerk en voor de armenzorg.
Na het overlijden van Hendrik trad Hedwig opnieuw in het klooster om daar geheel voor God en de naaste te leven. Hedwig stond daarmee in de lijn van de eeuwenoude gedachte dat je God heel goed in de wereld kunt dienen als echtgenote en moeder, maar nog veel beter als ongehuwde in het klooster.
Hooglied
Het leven in onthouding staat in deze visie hoger aangeschreven dan het gehuwde leven. Volgens de Duitse theoloog Daniel Weisser is deze overtuiging vooral in de vierde eeuw opgekomen. Om zich af te zetten tegen een kerk die te werelds was geworden, waren er groepen die in strikte onthouding gingen leven. Volgens Weisser schoten sommigen daarin zo ver door dat zij het maagdelijke leven zelfs als de enige geoorloofde vorm van christelijk leven beschouwden. Dat bracht hen weliswaar in conflict met de kerk, maar het idee dat het celibataire leven voor God meer waard is dan het gehuwde –omdat je ongetrouwd meer voor God kunt doen– bleef de overhand houden – totdat Luther daartegen protesteerde. En dat met grote gevolgen.
Dat het idee dat de maagdelijke staat hoger moet worden gewaardeerd dan de echtelijke kon ontstaan, heeft alles te maken met de geschiedenis van de uitleg van het Bijbelboek Hooglied. Met name kerkvader Origenes heeft dit boek verstaan als beeld van de liefdesrelatie tussen Christus en de gemeente, en niet als een lied over de liefde tussen een man en een vrouw. De woorden uit Hooglied dienden geestelijk verstaan te worden en die manier van uitleg droeg bij aan de gedachte dat het geestelijke hoger stond dan het lichamelijke.
Hoe deze belangrijke theoloog uit de Vroege Kerk dit Bijbelboek precies uitlegde valt te lezen in een nieuw deel uit diens verzamelde werken. Het verscheen, inclusief een heldere Duitse vertaling, bij Herder Verlag in Freiburg. Wie als non of monnik geestelijk met Christus of met de kerk ‘huwde’ deed beter dan wie een ‘vleselijk’ huwelijk aanging, was Origenes’ overtuiging, die aldus de geschiedenis inging.
Hoe die ontwikkeling in de eerste eeuwen daarna verliep, beschrijft de Amerikaanse wetenschapper Karl Shuve, die heel wat commentaren op Hooglied uit die tijd heeft doorgenomen. Hij wijst erop dat deze uitkeg vooral onder vrouwen tot een strikt ascetische houding aanleiding gaf en velen van hen in het klooster bracht.
Genade
Daar ligt dus eigenlijk ook de oorsprong van het klooster waar Katharina von Bora intrad – en later ook weer uittrad. Haar toekomstige man had op dat moment al duidelijk gemaakt dat het gemaakte onderscheid tussen hoger geestelijk en lager werelds leven niet terecht was en dat het kloosterleven voor God niet meer waard is dan het gehuwde leven.
Dat betekent overigens niet dat gehuwde christenen per definitie net zo dienstbaar en toegewijd zijn als monniken en nonnen. De middeleeuwen zijn daarvoor te vol van voorbeeldige kloosterlingen. Het nieuwe van Luthers benadering lag niet zozeer in een verbetering van de positie van de vrouw, maar in de opvatting dat genade bevrijdt van de gedachte dat mijn manier van leven mij acceptabel moet maken voor God.
Boekgegevens
”Katharina von Bora in den schriftlichen Zeugnissen ihrer Zeit”, Sabine Kramer; uitg. Evangelische Verlagsanstalt, Leipzig; ISBN 978 3 374 03253 2; 394 blz.; € 48; ”Teresa von Ávila. Lehrmeisterin des Lebens”, Manfred Gerwing, Maria del Rosario Sáez Yuguero (red.); uitg. Aschendorff, Münster; ISBN 978 3 402 13179 4; 328 blz.; € 39,90; ”Die Legende der heiligen Hedwig”, Sabine Seelbach (red.); uitg. Aschendorff, Münster; ISBN 978 3 402 13139 8; 278 blz.; € 45; ”Quis maritus salvetur? Untersuchungen zur Radikalisierung des Jungfräulichkeitsideals im 4. Jahrhundert”, Daniel Weisser; uitg. De Gruyter, Berlijn; ISBN 978 3 11 046008 7; 320 blz.; € 99,95; ”Der Kommentar zum Hohelied, Origenes, Band 9/2”; uitg. De Gruyter/Herder, Berlijn; ISBN 978 3 11 046161 9; 288 blz.; € 69,95; ”The Song of Songs and the fashioning of identity in Early Latin Christianity”, Karl Shuve; Oxford University Press, Oxford; ISBN 978 0 19 876644 5; 236 blz; £ 65.