Dr. Hans Ester: Bij Zuid-Afrikaanse romans durf ik te huilen
Zuid-Afrika is een geweldig ingewikkeld, veelkleurg land. Dé manier om daar als Nederlander iets van te begrijpen is je te laten meevoeren door de Afrikaanse literatuur.
Dat vindt althans dr. Hans Ester (1946). De inwoner van Nijmegen is kenner van de Zuid-Afrikaanse literatuur en oud-docent aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij verloor zijn hart aan Zuid-Afrika en aan de grootste stad van het land, Johannesburg. „Het is geen ongevaarlijke plek, maar toch is het ook een warme stad waar je steeds naar terugverlangt wanneer je weer in het netjes opgeruimde Nederland bent. En zoals het licht valt in Johannesburg, zo valt het nergens.”
Aanleiding voor het gesprek is de tweede Week van de Afrikaanse roman, die gisteren van start ging en met diverse activiteiten de Zuid-Afrikaanse literatuur in de schijnwerpers zet. „Een zichtbaar teken van de geestdrift van Nederlandse lezers voor romans en verhalen uit Zuid-Afrika”, zegt Ester.
Zijn liefde voor de Zuid-Afrikaanse letterkunde ontstond in de jaren 50, toen een docent hem attendeerde op de gedichten van Elisabeth Eybers. „Haar poëzie sprak mij meteen aan. Toen ik daarna hoorde dat ze in Nederland –in Amsterdam-Buitenveldert– woonde, heb ik de stoute schoenen aangetrokken en haar opgezocht. Ik mocht binnenkomen en kreeg haar ”Versamelde gedigte” cadeau. Mijn komst zal haar vast overvallen hebben, denk ik nu. Maar misschien dat het haar ook wel ontroerde, zo’n bezoek van een jeugdige poëzieliefhebber.
Later ontdekte ik dat aan de Vrije Universiteit, waar ik Duits studeerde, het bijvak Zuid-Afrikaans werd aangeboden. Zo kwam het dat ik in 1965 mijn eerste colleges Zuid-Afrikaans volgde, als enige student. Dat was niet altijd gemakkelijk; je kon nooit even wegdromen.”
Waarom heeft juist de Zuid-Afrikaanse literatuur uw hart?
„Wat mij meteen aantrok, is dat deze literatuur dicht bij het reële leven staat, in zekere zin geworteld is in de aarde. Ik kan er iets mee in mijn eigen leven. Dat gold voor mij in eerste instantie voor de prachtige, welgevormde gedichten van Elisabeth Eybers, voor de romans van Etienne Leroux en de verhalen van oudere schrijvers als C. J. Langenhoven. Later kwamen daar veel andere auteurs bij, zoals de fenomenale woordkunstenaar Breyten Breytenbach en de diepzinnige verhalenverteller Abraham H. de Vries.”
Wat bedoelt u met „geworteld in de aarde”?
„Deze literatuur gaat over de wezenlijke waarden van het menselijke bestaan. Ik denk dan aan de verschillende fasen die een kind doormaakt op weg naar volwassenheid, aan geestelijke groei en aan het leven van planten en dieren – prominent aanwezig in de kleurrijke wereld van Zuid-Afrika. Ook de rijkdom van liefde en seksualiteit hoort hierbij, net als de ontsporingen in het leven en gevoelens als berouw en spijt. Een concreet voorbeeld hiervan is de beschrijving van het oerbos in ”Cirkels in het bos” van Dalene Matthee. Wat mij diep ontroerd heeft, is de beschrijving van de liefde van de zwarte vrouw Fiela tot de blanke vondeling in de roman ”Fiela’s Kind” van Dalene Matthee. Bij Zuid-Afrikaanse romans durf ik te huilen.
De Afrikaanstalige letterkunde is voor mij ook de sleutel tot de complexe samenleving die Zuid-Afrika is. Je kunt dat geweldig ingewikkelde, veelkleurige land alleen begrijpen, wanneer schrijvers je bij de hand nemen en je meevoeren naar het hart van het land, om een romantitel van J. M. Coetzee te gebruiken (”In het hart van het land”, 1985, AvdB).
Als je als toerist naar Zuid-Afrika gaat, leer je ongetwijfeld iets van het land kennen. Maar wil je weten hoe het er voor de boeren is om hun land te zien verdrogen, hoe vernietigend het leven in de gevangenis is voor jonge mensen en welke communicatieproblemen er zijn als gevolg van de grote diversiteit aan talen en culturele tradities, dan ben je aangewezen op de letterkunde van het land.”
Is er sprake van kruisbestuiving tussen de Zuid-Afrikaanse en de Nederlandse literatuur?
„Die kruisbestuiving is sinds 1989 in toenemende mate werkelijkheid geworden. Het aantal Afrikaanstalige en Engelstalige boeken uit Zuid-Afrika dat in het Nederlands is vertaald, is heel groot. Deon Meyer met zijn thrillers spant de kroon, maar romanschrijfster Irma Joubert zit hem op de hielen.” De bestuiving in omgekeerde richting is minder omvangrijk, maar wel duidelijk zichtbaar in de Afrikaanstalige romankunst en poëzie.”
Hebt u leestips?
„De klassieke roman over Johannesburg, ”Tranen over Johannesburg” van Alan Paton, blijft een meesterwerk. Dit boek uit 1948 is meerdere keren verfilmd. Andere romans van hoog niveau zijn: ”Een ander land” en ”Verliesfontein” van Karel Schoeman, ”Schimmen uit zee” van Dan Sleigh en de zogeheten bosromans van Dalene Matthee. ”De zwerfjaren van Poppie Nongena” van Elsa Joubert en ”Agnes” van Louis Krüger” zou ik aanraden als waardevolle kennismaking met Zuid-Afrika.”
Week van de Afrikaanse roman
Voor de tweede keer vindt dit jaar de Week van de Afrikaanse roman plaats, die duurt tot en met 25 september. Vrijdagavond 16 september had de officiële aftrap plaats. Vijf Zuid-Afrikaanse auteurs zijn momenteel op bezoek in Nederland: Simon Bruinders, Lien Botha, Marlène van Niekerk, Francois Smith en Marita van der Vyver.
Zaterdagmiddag had in Barneveld het evenement ”Stemmen uit Zuid-Afrika” plaats, georganiseerd door het Christelijk Literair Overleg. Bruinders presenteerde zijn debuutroman ”Dit is mijn land” (uitgeverij Mozaïek) en verder stond er onder meer een lezing over het literaire werk van Karel Schoeman op het programma.
www.weekvandeafrikaanseroman.nl www.christelijkliterairoverleg.nl
Hans Ester
Hans Ester (Utrecht, 1946) studeerde Duits, Afrikaans en theologie in Amsterdam, Tübingen en Johannesburg. Hij recenseert Zuid-Afrikaanse letterkundige publicaties in diverse dagbladen en werkte jarenlang als docent algemene literatuur- en cultuurwetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Tegenwoordig werkt hij als docent aan het Hoger Onderwijs voor Ouderen (HOVO), onderdeel van de Radboud Universiteit.