Kabinet: Extra eisen aan moslimscholen
Het kabinet wil het stichten van islamitische en zwarte scholen ontmoedigen door extra eisen te stellen en de geldkraan deels dicht te draaien.
Dat staat in een conceptnota die minister Van der Hoeven van Onderwijs heeft opgesteld voor het kabinetsberaad van morgen. Uiterlijk volgende week zal de ministerraad er een standpunt over innemen.
Schoolbestuursleden mogen in de toekomst alleen nog bestaan uit leden die uitsluitend de Nederlandse nationaliteit hebben. Mogelijk gaat het kabinet ook financiering van moslimscholen door buitenlandse financiers of dubieuze stichtingen verbieden.
Een ander eis die het stichten van islamitische scholen moet ontmoedigen, is het opstellen van een beleidsplan voordat de school van start gaat. Daarin moet staan hoe de school de Nederlandse waarden en normen wil uitdragen. De inspectie moet dat plan toetsen. Als het onvoldoende is, krijgt de school geen geld. Als het plan wel is goedgekeurd, zal de inspectie op naleving toezien.
Op dit moment telt ons land veertig moslimscholen. Sommige prognoses tonen aan dat dit aantal tot 120 kan uitgroeien.
Het kabinet wil het ontstaan en bestaan van islamitische en zwarte scholen ook ontmoedigen door de geldkraan van het achterstandenbeleid deels dicht te draaien. Op dit moment krijgt een school voor een kind van buitenlandse komaf bijna het dubbele dan voor een ’gewone’ leerling. Voor een achterstandsleerling van Nederlandse komaf telt de overheid slechts een kwart extra neer. In ons land zijn bijna net zo veel Nederlandse als niet-Nederlandse leerlingen met een achterstand. Hoe hoog het nieuwe bedrag is dat scholen in de toekomst krijgen voor hun achterstandsleerlingen, is nog niet bekend.
Ook is nog niet duidelijk welke richting het kabinet denkt te gaan bij het zogeheten spreidingsbeleid, waarbij allochtone leerlingen worden verdeeld over alle scholen in een gemeente of wijk. De vraag daarbij is of deze spreiding verplicht of vrijwillig is en of scholen met een strikt toelatingsbeleid daar ook aan mee moeten werken.
Tussen CDA en VVD bestaan aanzienlijke verschillen over de aanpak van islamitische scholen. De liberale bewindslieden zouden naar verluidt strengere maatregelen willen nemen, maar de CDA-ministers zijn daartegen omdat ze geen beperking willen van de vrijheid van onderwijs, zoals vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet.
De VVD-fractie in de Tweede Kamer zet nu in op strenge eisen in het beleidsplan dat oprichters van scholen moeten overleggen. Daarin mag in ieder geval niet staan dat de scholen meisjes en jongens anders benaderen. Sommige islamitische scholen hebben aparte ingangen voor meisje en jongens en zetten jongens vooraan in de klas en meisjes achteraan. VVD-kamerlid Balemans is daar fel op tegen, zo liet hij woensdag weten.