„Bij jongeren komt het aan op de inhoud”
„Veel opvoeders zijn beschermd opgegroeid. Weten wij uit eigen ervaring wat het betekent om christen te zijn te midden van een geseculariseerde maatschappij? Als wij dat niet kennen, hebben we het moeilijk met onze taak om identificatiefiguur te zijn.” W. Büdgen bracht dit gistermiddag naar voren op een studiedag in Gouda over begeleiden in confrontatie.
De voorzitter van de centrale directie van het Wartburg College onderscheidt vanuit eigen observatie zes typen jongeren in de gereformeerde gezindte. Met het benoemen van deze typen hoopt hij dat jeugdwerkers hun doelgroep beter tegemoet kunnen treden. Overigens waarschuwde hij gisteren voor het risico van etikettering.
De eerste groep noemt Büdgen de traditionele refo’s. „Zij willen toch vasthouden aan het oude. Ze zijn trouw in de kerkgang, blijven kritisch ten opzichte van modernere uitingsvormen. Wel zijn er ook jongeren die voor deze levenshouding kiezen uit gemakzucht. Zij vormen een risicogroep als er werkelijk crises in het leven komen.”
Een tweede type vormen de reformerende refo’s. „Ze zijn kerkelijk meelevend, maar hebben een kritischer houding, die ze meer open doet staan voor godsdienstige opvattingen van buiten de kerk.”
De derde groep noemt de schoolleider de evangelische refo’s. „Wat goed voelt, is bij deze jongeren niet zelden belangrijker dan wat objectief goed is. Het risico van deze jongeren is dat ze vroeg of laat buiten de gereformeerde gezindte komen te staan.” De tweeslachtige refo’s vormen Büdgens vierde groep. „Ze hebben veelal een beperkte kennis van enkele theologische waarheden, maar ze willen nog een poosje genieten van het leven.”
De vijfde groep jongeren is volgens Büdgen het kleinst, maar niettemin aanwezig. „Het zijn de existentialistische refo’s. Zij denken veel na over het waarom van de dingen en hebben een buitengewoon gevoelige natuur. Uiteindelijk komen ze er niet meer uit.” De zesde groep is het minst grijpbaar: „Ik noem ze de ”schijn-bedriegt-refo’s”. Het zijn jongeren die soms al op 12-jarige leeftijd niet meer bidden, volstrekt niet geloven, voor wie de Bijbel niets zegt. Soms houden ze zich schuil in andere groepen, maar eigenlijk hobbelen ze alleen nog maar mee om daarna niet alleen de gereformeerde gezindte maar alles wat met de Bijbel en het geloof te maken heeft te verlaten. Ik heb de indruk dat deze groep eerder groter wordt dan kleiner.”
Büdgen onderstreepte het belang van identificatiefiguren en hun authenticiteit. Ook verwees hij naar de uittocht van de Israëlieten uit Egypte en naar de uitleg van deze geschiedenis bij de kerkvaders. „Een christen zoekt een beter vaderland, maar op zijn pelgrimsreis neemt hij onbekommerd de goede dingen uit Egypte mee. Als wij nu niet verder komen dan het aanheffen van klaagzangen over goddeloze elementen in de heidense cultuur, zal niemand een aantrekkelijk alternatief ontdekken. En ook al hebben we vaak nog geen afdoende antwoorden op actuele vragen, de Heilige Geest is ook op deze tijd berekend.”
Legerpredikant dr. J. van Eck ging in zijn inleiding in op de vraag hoe onkerkelijken christenen zien. „Maar al te vaak als mensen die in de bioscoop zitten en niet naar de film durven kijken, maar alleen krampachtig naar het bordje van de nooduitgang staren. Een beetje meer vreugde op aarde zou ons niet zo moeilijk moeten vallen.”
Er is volgens de legerpredikant geen succesformule om de jongeren bij de kerk te houden. „Ga niet alles omgooien. Waar het op aankomt, is de inhoud. Geef alleen de onvoorwaardelijke liefde van Christus door. Hoe? Door die te laten zien. Een christelijke soldaat nam een kameraad spontaan mee naar huis omdat die anders het weekend alleen op de kazerne moest blijven. De onkerkelijke soldaat zei daarna tegen me: „Die mensen baden aan tafel en ik mocht zelf weten of ik mee ging naar de kerk, maar ik heb in jaren niet zo’n fijn weekend gehad.” Kijk, zo simpel is het.”
Aan het einde van de door christelijke hogeschool de Driestar en de jeugdbonden HGJB, JBGG en LCJ georganiseerde studiedag presenteerde eindredacteur drs. A. de Muynck het derde deel in de serie ”Reflectie op onderwijs in bijbels perspectief”. De nieuwe uitgave heeft als titel ”Jeugdcultuur en onderwijs”.