Minder verslaafden zoeken hulp
Ongeveer 65.000 mensen zochten vorig jaar hulp bij een instelling voor verslavingszorg, 7 procent minder dan in 2014. Daarmee zet de dalende trend, die in 2011 werd ingezet, door. Dat meldt de stichting Informatievoorziening Zorg (IVZ) donderdag, op basis van cijfers van reguliere instellingen voor verslavingszorg.
Driekwart van de verslaafden die hulp krijgen van instellingen, zijn mannen. Verreweg de meeste hulpvragen, zo’n 30.000, gingen over problematisch alcoholgebruik. Daarna volgden problemen met cannabis (11.000).
Het aantal heroïneverslaafden dat aanklopte bij een kliniek daalde tot 9000. Tien jaar geleden waren dat er nog 13.500. De gemiddelde leeftijd van heroïnegebruikers ligt inmiddels op 48 jaar. Een op de vier is ouder dan 55 jaar. Twee derde van deze gebruikers kampt met meerdere verslavingen.
Ook waren er vorig jaar minder mensen in behandeling met een cocaïneverslaving. Dit aantal daalde met 10 procent tot 7300. Het aandeel jongeren (onder de 25 jaar) met een cokeprobleem nam in de afgelopen tien jaar af, van 12 procent in 2006 tot 6 procent vorig jaar.
Het aantal hulpvragen over problemen met ‘partydrug’ GHB (in totaal 800) is nauwelijks toegenomen vorig jaar. Tussen 2007 en 2012 was het aantal hulpvragers met een GHB-verslaving explosief gestegen. Opvallend is dat relatief veel vrouwen kampen met zo’n verslaving. Problemen met GHB doen zich voornamelijk voor in delen van Noord-Brabant, Twente en Friesland.