„O Heere, onze Heere, hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde!”

De Naam van de Heere onze God zal nog voor het einde van de wereld door de prediking van het heilig Evangelie over de ganse aarde in alle landen bekend worden en gelijkelijk bekend zijn. Ook heeft de kerk in het laatste der dagen nog een zeer heerlijke staat op aarde te verwachten, heerlijker dan ze ooit vanaf het begin der wereld gehad heeft.

Het moet u niet vreemd voorkomen dat we deze zaak uit deze laatste woorden van Psalm 8 bewijzen. U wordt dat getoond met vele getuigenissen uit verscheidene psalmen, die profetieën zijn van Christus en Zijn rijk, die daar ook in eindigen en daarmee sluiten. We willen u aanwijzen dat het begin en het einde van deze psalm gelijk is, om ons te leren dat het begin en het einde van de dagen van het Nieuwe Testament aan elkaar hierin gelijk zijn. Dat zoals ze begonnen met de verkondiging van de Naam Gods over de ganse aarde zonder onderscheid van enig land of volk te maken, zo zullen zij ook eindigen. Maar zonder uitsluiting van enig land of volk onder de zon. Dat vinden we wel meer in verscheidene psalmen terug, die over dezelfde stof handelen en dan tussen het begin en einde spreken van de weg en de gangen van onze Koning.

David Flud van Giffen,
predikant te Dordrecht

(”De nog verwachte heerlijkheid der Kerk”, 1680)