Droom soms stap op toeleidende weg
Oosterlingen interpreteren dromen nogal eens op een verkeerde manier, stelt N. N. Y. Awdisho. Volgens hem kan een droom wel een plaats hebben in de toeleidende weg.
Als westerse theologen met elkaar debatteren over de betekenis en de waarde van dromen van oosterlingen is het begrijpelijk dat er verwarring ontstaat (RD 29-8, 31-8, 3-9, 8-9 en 10-9). Daarom wil ik op de discussie reageren vanuit mijn eigen ervaringen.
Ik ben een Iraakse vluchteling, maar ben zelf geen moslim geweest. Ik was niet gelovig, totdat mij in zeer angstige dromen werd toegeroepen: Bekeert u! Ik wist niet wat bekering was, maar ik ben op zoek gegaan en heb het Woord gevonden. Door middel van dat Woord en niet door de dromen heb ik toen Christus mogen leren kennen. Hem alleen de eer!
In het Midden-Oosten is niet alleen sprake van een dromencultuur, maar die cultuur wordt ook beheerst door bijgeloof. Daarnaast kent de oosterling een groot temperament en enthousiasme. Als de oosterling droomt, spelen zijn bijgelovigheid en enthousiasme daarin altijd een rol. De dromen worden geïnterpreteerd door het verstand, maar aangezien dat een zondig verstand is, worden dromen nogal eens verkeerd begrepen. Als men dromen krijgt vol liefdevolle berichten doet dat veel met een mens. Er is sprake van een bepaalde sensatie. Men kan zich in de slaap gaan richten op het krijgen van nog meer van deze dromen.
Remonstrantse dromen
Als deze dromers in een omgeving terechtkomen waar remonstrants gedacht wordt, sluit de boodschap die ze daar krijgen goed aan bij hun mooie dromen. Verschillende remonstrantse gedachten komen een moslim bekend voor, bijvoorbeeld de aandacht voor de dadelijke zonden en niet voor de erfzonde. De dromer wordt hiervan enthousiast en gerustgesteld.
Ook zoeken dromers nogal eens naar bepaalde Bijbelverhalen die verfilmd zijn. Deze beelden zijn voedsel voor het hongerige hart. Men heeft hoge verwachtingen van de dromen, er worden bepaalde zaken in voorspeld, en als deze dromen dan uitkomen zet men het hart hierop. Deze dromen moeten immers wel waar zijn geweest, zo concludeert men.
Er bestaat een theorie dat oosterlingen eerder dromen krijgen dan westerlingen, omdat westerlingen het Woord hebben en oosterlingen niet. Deze theorie klopt niet, want het Woord is er wel degelijk in het Arabisch. Er zijn ook internetsites opgericht om het Evangelie te brengen bij moslims. Jongeren zoeken via internet en belanden op zulke sites. Ook is er een christelijke televisiezender, die werkt vanuit Cyprus. Niet alle Arabische landen hebben deze zender geblokkeerd, zoals Syrië, Irak en Jordanië.
Stapsgewijs
Ik geloof zeker dat de Heere dromen kan gebruiken om een mens tot bekering te brengen. We mogen niet twijfelen aan Gods almacht. Maar het is Gods gewone weg om door Zijn Woord te werken. Dromende moslims hebben immers geen kennis van de Bijbelse boodschap. Ze weten wel wie Jezus (Isa) is, maar men ziet Hem dan als een van de profeten. Zoals een mens stapsgewijs iets leert, zo werkt de Heere ook stapsgewijs. Iemand kan niet in één droom alles leren. Gods Woord is onmisbaar in de bekering van de mens tot God. Als de dromen van God zijn (want de satan kan ook dromen gebruiken) dan moet het altijd leiden naar Gods Woord.
Hoe kan een mens weten of de dromen van God of van satan zijn? John Owen zegt in zijn boek ”The Mortification of sin”: „Het Woord Gods zal u van zonde weghouden, of de zonde zal u van het Woord weghouden.” Zo is het ook met de dromen: als ze ons weghouden bij Gods Woord, dan zijn ze niet van God. De dromen zullen echter wel nieuwsgierigheid opwekken bij de persoon, waardoor hij op zoek gaat naar Gods Woord om te weten of de droom werkelijk waar is. Hij wil wel weten wat dit allemaal te zeggen heeft.
Als een mens dromen krijgt, is het wijs om af te wachten hoe het zich zal gaan ontwikkelen. Dit kan namelijk de toeleidende weg zijn, maar dat kan en mag een mens op dat moment niet zeggen. Later, als hij tot de kennis van de Heere Jezus gekomen is, kan hij terugkijken en zeggen dat de dromen middelen waren geweest om hem tot het geloof te brengen.
De dromen op zichzelf zijn echter geen grond van bekering, net zoals de ellendekennis geen grond voor onze zaligheid is. Zelfs ons geloof is geen grond voor onze zaligheid. Het geloof is het instrument waarmee Christus wordt aangenomen en omhelsd. De grond van de zaligheid is alleen in Christus te vinden. Laat niemand zijn zaligheid op dromen bouwen. En wees voorzichtig om een dromer al te snel de handen op te leggen. Laat Gods Woord de leidraad zijn en blijven.
De auteur heeft een ondersteunende functie in het reformatorisch onderwijs in Opheusden.