De volksvertegenwoordiger heeft premier Rutte hierover vrijdag bestookt met schriftelijke vragen.

Omtzigt –die wil dat Nederland helder uitspreekt dat IS in het Midden-Oosten bezig is met genocide– zit de minister-president over dit thema al langer op de hielen. Kort voor het zomerreces zegde Rutte hem toe „een briefje” naar de Kamer te sturen over dit onderwerp, maar dat is tot nu toe niet gebeurd.

Omtzigt constateert dat diverse instanties al hebben vastgesteld dát IS bezig is genocide te plegen op christenen, jezidi’s en op moslims die de ideeën van IS niet delen. „Door het vermoorden en kruisigen van mensen van andere religies, door ontvoering en verkrachting van vrouwen. De Raad van Europa heeft dit vastgesteld, het Europees Parlement, het Amerikaanse Congres, en sinds kort ook de VN.” Ook Nederland zou dit, aldus Omtzigt, openlijk moeten erkennen én daar praktische consequenties aan verbinden.

„Als ergens genocide wordt gepleegd, ben je volgens de Genocideconventie van 1948 verplicht alles te doen wat in je vermogen ligt om dat te voorkomen of te beëindigen. Dat betekent dat Nederland veel scherper moet zijn op het uitreizen van jihadisten. Op dit moment is het nog te gemakkelijk om met je ID-kaart naar Turkije te reizen, en van daaruit verder. Het tweede wat we moeten doen is teruggekeerde jihadisten niet alleen beschuldigen van deelname aan een terroristische organisatie, maar ook van genocide.”