Omdat alle archeologische resten dan door elkaar raken en daarmee wetenschappelijk waardeloos, besloot de provincie de duizenden objecten in beslag te nemen.

Een beoogde bouwlocatie moet verplicht archeologisch worden onderzocht. De bouwer moet dat betalen. Zodra het veldwerk klaar is, kan de bouw van start. Het archeologisch onderzoek op gevonden resten moet dan echter nog beginnen. Volgens Archeodienst betalen veel bouwers dit tweede deel van een onderzoek niet, omdat het voor hen niet meer van belang is. Gemeenten zouden zulke bouwers moeten dwingen, maar doen dat niet.

Archeologische bedrijven lijden daardoor een miljoenenschade, terwijl de bodemvondsten liggen „weg te rotten in magazijnen”, aldus Archeodienst.

Provincies zijn beheerder van bodemvondsten. Gelderland heeft de objecten ondergebracht in het archeologisch depot in Nijmegen. Als Archeodienst de spullen terug wil hebben, moet het bedrijf naar de rechter stappen.