Wetenschap & techniek

Boeing bouwt al honderd jaar vliegmachines

Hoewel het bedrijf Boeing pas op 26 april 1917 onder die naam werd geregistreerd, wordt 15 juli 1916 aangehouden als oprichtingsdatum. Want toen startte William Boeing de Pacific Aero Products Company. De Amerikaanse lucht- en ruimtevaartonderneming viert dus nu zijn honderdjarig bestaan.

Henk Heiden
8 September 2016 08:40Gewijzigd op 16 November 2020 06:18
Een aantal vliegtuigtypes dat Boeing de afgelopen decennia produceerde op een rij in Seattle. V.l.n.r. Boeing 707, 717, 727, 737, 747 Jumbo Jet, 757, 767, 777 en 787 Dreamliner. beeld Boeing
Een aantal vliegtuigtypes dat Boeing de afgelopen decennia produceerde op een rij in Seattle. V.l.n.r. Boeing 707, 717, 727, 737, 747 Jumbo Jet, 757, 767, 777 en 787 Dreamliner. beeld Boeing

Dat William Boeing de voorloper van de vliegtuigfabriek mede startte op initiatief van George Conrad Westervelt, zorgt er bovendien voor dat er een klein beetje Nederlands bloed zit in de oorsprong van het Boeingconcern.

William werd op 1 oktober 1881 geboren in Detroit, Michigan, en was van Duits-Oostenrijkse afkomst. Zijn vader, Wilhelm Böing, vertrok in 1868 vanuit Duitsland naar de Verenigde Staten. Daar werkte hij als houthakker samen met Karl Ortmann, die uit Oostenrijk kwam. Deze samenwerking liep van verschillende kanten goed, want Wilhelm trouwde met Marie, een dochter van Ortmann. Uit dat huwelijk werd William geboren.

Toen de jongeman in 1900 naar de universiteit Yale ging, verengelste hij zijn achternaam. Na zijn studie ging hij de houthandel in; de kneepjes van het vak had hij van zijn vader geleerd. In 1908 vestigde Boeing zich in Seattle, in de westelijke staat Washington. Daar breidde hij de houthandel uit, kocht er een scheepswerf en flinke stukken land.

Westervelt was een vriend van Boeing, technisch officier bij de marine en van (verre) Nederlandse afkomst. Luchtvaarthistoricus Jan Willem de Wijn ploos in een museum in Seattle na dat hij de negende generatie van voorvader Lubbert Lubbertsen van Westervelt was. In 1662 emigreerde deze landbouwer uit Meppel op 42-jarige leeftijd met zijn vrouw Geesje van Houten en kinderen naar Amerika.

Ongelukken

Zijn eerste vlucht maakte William Boeing in 1915, in een Curtiss­watervliegtuig. Na die trip zou Boeing tegen Westervelt hebben gezegd: „Er is niet veel bijzonders aan dat vliegtuig. Ik denk dat wij een beter toestel kunnen maken.” Waarop Westervelt kort en bondig zou hebben geantwoord: „Natuurlijk kunnen we dat.”

Westervelt kon als technicus goede ontwerpen maken. Boeing had verstand van materialen en inmiddels ook flink wat geld.

De houthandelaar had eerder al aan Herb Munter, die demonstratievluchten gaf, gevraagd of het publiek eigenlijk geïnteresseerd was in luchtvaart. Munter zou daarop hebben verklaard: „De mensen komen meestal alleen om je te zien verongelukken.”

Tweedekker

Dat vooruitzicht schrok Boeing niet af: hij nam gelijk vlieglessen. Met vijf man, inclusief Herb Munter, sleutelde hij in 1916 van hout en canvas een watervliegtuig in elkaar. Op 15 juni van dat jaar maakte Boeing in Seattle de eerste vlucht met zijn tweedekker, de B&W-1, waarbij B&W stond voor Boeing & Westervelt.

In 1916 werd Westervelt overgeplaatst van de westkust naar de oostkust van Amerika en kwam er een einde aan zijn samenwerking met Boeing. Westervelt maakte na zijn marinetijd nog naam als ontwerper en vicepresident bij vliegtuigbouwer Curtiss-Wright.

Op 26 april 1917 veranderde William Boeing de naam van de jonge onderneming in Boeing Airplane Company. Een order van de Amerikaanse marine voor vijftig afgeleide typen van de B&W-1, het Model C, legde in dat jaar de basis voor de verdere ontwikkeling van het bedrijf. Model C werd ontworpen door Wong Tsu, een getalenteerde technicus van Chinese afkomst.

Contracten

Aan het eind van de Eerste Wereldoorlog had Boeing grote moeite om de zaak draaiend te houden. In de fabriek werden niet alleen vliegtuigen gebouwd, maar ook meubels en zelfs onderdelen voor korsetten om genoeg geld te verdienen. Nadat Boeing grote contracten in de wacht had gesleept voor de reparatie van militaire vliegtuigen en de bouw van gevechtsvliegtuigen voor andere fabrikanten, keerde het tij rond 1921 ten goede.

In 1927 richtte William naast zijn productiebedrijf een luchtvaartmaatschappij op onder de naam Boeing Air Transport (BAT). Hiermee onderhield hij luchtpost­routes en later ook passagiersdiensten.

De zakenman was erg innovatief. Zo introduceerde zijn bedrijf als eerste de stewardess: Ellen Church was op 15 mei 1930 de eerste die passagiers op een vlucht van San Francisco naar Chicago in de watten legde.

BAT vormt een voorloper van de Amerikaanse luchtvaartmaatschappij United Airlines, die vorig jaar met meer dan 1000 toestellen 140 miljoen passagiers vervoerde – grofweg het dubbele van de cijfers die Air France-KLM over 2015 meldde.

Paarden

De Amerikaanse overheid verbood overigens in 1934 dat het bedrijf zowel een vliegtuigfabriek als een luchtvaartmaatschappij exploiteerde. Dat was voor William Boeing reden om af te treden als topman en zijn aandelen te verkopen.

In de jaren die volgden, zou hij zich toeleggen op het fokken van paarden. De luchtvaartpionier maakte in 1933 nog wel de introductie mee van het eerste moderne verkeersvliegtuig, de Boeing 247 voor tien passagiers. William Boeing overleed op 28 september 1956 op 74-jarige leeftijd aan boord van zijn yacht, de Taconite.

Licht uitdoen

Na het vertrek van de oprichter, gingen de ontwikkelingen bij het luchtvaartbedrijf gewoon door. Zo won Boeing in 1966 een door de Amerikaanse overheid uitgeschreven competitie voor de bouw van een supersonisch verkeersvliegtuig – als concurrent van de Brits-Franse Concorde. Dat toestel, de Boeing 2707, moest met een snelheid van 2900 kilometer per uur 270 passagiers kunnen vervoeren. In 1971 trok de Amerikaanse Senaat de stekker uit het project, omdat „het nut en de noodzaak van het vliegtuig niet meer opwogen tegen de torenhoge ontwikkelingskosten.”

Boeing was op dat moment nog niet verder gekomen dan de bouw van een houten model op ware grootte. Er werkten 1500 mensen aan het toestel, die vrijwel allemaal werden ontslagen. Dat had zo’n grote impact op de werkgelegenheid in de regio dat er bij de luchthaven van Seattle een bord werd geplaatst met de tekst: „Wil de laatste persoon die hier weggaat het licht uitdoen.”

Assemblage

De commerciële vliegtuigen die Boeing vandaag de dag produceert zijn de 737, de overbekende 747 Jumbo Jet, de 767, de 777 en de 787 Dreamliner. De toestellen worden gebouwd in fabrieken in Everett en Renton in Washington en in North Charleston in South Carolina.

In Renton heeft Boeing een bezoekerscentrum ingericht en kan het publiek de assemblage van de 737 volgen.

Tot de militaire toestellen die Boeing op de markt brengt, behoren het tankervliegtuig KC-46 Pegasus en de E-3 Sentry, een communicatie- en waarschuwingsvliegtuig dat in NAVO-verband wordt ingezet.

Andere militaire toestellen die het bedrijf levert, zijn ontworpen en worden gebouwd in fabrieken die door overname in bezit van Boeing zijn gekomen. Daartoe behoren klinkende namen: de Apachegevechtshelikopter en de Chinooktransportheli.

Ook in de ruimtevaart is Boeing actief. Het bedrijf produceert onder meer communicatiesatellieten en onderdelen voor het internationaal ruimtestation ISS dat op 400 kilometer hoogte rond de aarde cirkelt.


Franse Airbus blijft grootste concurrent

Het lucht- en ruimtevaartconcern Boeing groeide in honderd jaar tijd uit tot een wereldwijde onderneming. Het bedrijf biedt werk aan 160.000 mensen in meer dan 65 landen. De activiteiten zijn opgesplitst in twee divisies: commerciële vliegtuigen en defensie enerzijds en ruimtevaart en veiligheid anderzijds.

Door fusies en overnames werd de Boeing Company een mega-imperium. Zo nam het bedrijf in 1960 helikopterproducent Vertol over. Later lijfde het de ruimtevaartdivisie van Rockwell in en fuseerde Boeing met rivaal McDonnell Douglas.

De afgelopen honderd jaar kende het concern zowel ups als downs. De ontwikkeling van de 747, destijds het eerste breedrompvliegtuig (”widebody”), betekende bijna het faillissement voor de vliegtuigbouwer; de kosten rezen de pan uit. Stakingen en sabotage aan de bedrading van in vliegtuigen in aanbouw trokken een wissel op de bedrijfsvoering. Na de introductie veranderde het project in een kaskraker: vandaag de dag kan Boeing bogen op 1543 verkochte Jumbo Jets.

Economische ontwikkelingen noodzaakten het bedrijf in 1970 tienduizenden werknemers te ontslaan omdat er te weinig werk was. Daarna steeg het personeelsbestand weer langzaam. Begin 1996 werden er vanwege het grote aantal orders ineens 10.000 mensen aangenomen; vier jaar later moesten er echter 34.000 vertrekken.

Wereldwijd zijn er thans meer dan 10.000 verkeersvliegtuigen van Boeing in gebruik; bijna de helft van de totale vloot. De prijzen van de typen 737, 787 en 747 bedragen ruwweg 100, 270 en 380 miljoen dollar.

De vliegtuigbouwer meldt dat hij zo’n 5800 orders in portefeuille heeft. Het gaat dan om vijf verschillende basistypen. Ter vergelijking: het Europese Airbus heeft 6787 verkeersvliegtuigen in de ordermap en is daarmee een geduchte concurrent.

De relatie tussen het Amerikaanse Boeing en het Franse Airbus staat geregeld op scherp. Sinds 2004 beschuldigen zij de concurrent er continu van dat die illegale overheidssubsidies zou krijgen. Beide luchtvaartbedrijven zijn hierover met felle klachten vaste klant bij de Wereldhandelsorganisatie.

Ondertussen proberen ze ook met promotie van slimme innovaties hun marktaandeel te vergroten. Zo claimen de Amerikanen dat de laatste versie van de Boeing 737 8 procent zuiniger dan de vergelijkbare Airbus A320. Airbus stelt daarentegen dat zijn toestel juist zuiniger is. Wie het weet, mag het zeggen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer