Gebroeders Van Limburg waren de grondleggers van de Nederlandse schilderkunst
De gebroeders Van Limburg –Paul, Herman en Johan– overleden 600 jaar geleden, vermoedelijk aan de pest. De belangstelling voor hun kunstwerken neemt nog steeds toe. „De wieg van de Nederlandse schilderkunst staat in Gelderland.”
Twee van de oudste gebouwen in Nijmegen zijn de Stevenskerk en Sint-Nicolaaskapel op het Valkhof, die vroeger eigendom was van de Duitse keizers. Ertussen loopt een van de oudste straten van Nederland, de Burchtstraat. Het leegstaande winkelpand met huisnummer 63 heeft een bordje op ooghoogte waarop staat: ”Gebroeders Van Limburg Huis”.
„Hier moet een permanente plek voor de gebroeders Van Limburg komen”, vinden André Stufkens en Clemens Verhoeven, oprichters en bestuursleden van de stichting Gebroeders Van Limburg. „De wieg van de Nederlandse schilderkunst staat in Gelderland, in Nijmegen. Twee eeuwen voordat Rembrandt geboren werd, hadden wij al schilders van wereldformaat in onze stad.”
Getijdenboek
Ruim tien jaar geleden werden onder het pand aan de Burchtstraat historische kelders uit de veertiende eeuw gevonden. Dat was alles wat er nog over was van het voormalige atelierhuis van de gebroeders Van Limburg. Het plan is om het pand aan te kopen en de kelder- en beganegrondruimte als Gebroeders Van Limburghuis in te richten. Een haalbaarheidsstudie eerder dit jaar was positief. De cruciale vraag is wie de kosten, zo’n 600.000 euro, gaat opbrengen.
Een tweede wens van de bestuursleden is om een drie jaar geleden opgedoken getijdenboek (gebedenboek) –vraagprijs 12 miljoen euro– aan te schaffen. Tijdens een expertmeeting eind augustus bogen deskundigen zich over de vraag of het boekje met dertig miniaturen aan de gebroeders Van Limburg moet worden toegeschreven. „Vier van de zes specialisten waren die mening toegedaan”, zegt Verhoeven. „Natuurlijk loopt de discussie nog wel even door, zoals dat ook het geval geweest is met werken van Rembrandt. Voor ons is het echter een uitgemaakte zaak dat het boek verlucht is door de gebroeders Van Limburg. We hopen dat de Nederlandse staat het boek aanschaft, voordat het in oktober naar de Tefaf-beurs in New York gaat en daar door een rijke Amerikaan wordt aangekocht. Het werk moet in Nederland blijven. Ons land bezit nog niets van deze grondleggers van de Nederlandse schilderkunst.”
Bekendheid
In Nijmegen zijn de gebroeders Van Limburg niet alleen bekend vanwege het naamplaatje op het pand aan de Burchtstraat. Een zaal in het stadhuis en in het cultureel centrum is naar de gebroeders vernoemd, evenals een plein in de stad. De grootste bekendheid genieten ze echter door het Gebroeders Van Limburgfestival, dat elk jaar plaatsheeft in de laatste week van augustus. „Zevenhonderd mensen die zich verkleed hadden als middeleeuwers bevolkten de straten van de stad en gaven zo een goed beeld van de middeleeuwse samenleving”, blikt Verhoeven terug. „Dat kan niemand in Nijmegen zijn ontgaan. Het is te hopen dat die bekendheid ook in de rest van Nederland groeit”, voegt hij eraan toe.
De gebroeders Van Limburg
De gebroeders Van Limburg (Paul, Herman en Johan) werden in de jaren 80 van de veertiende eeuw geboren als telgen uit een Nijmeegse kunstenaarsfamilie. De broers kregen hun eerste opleiding waarschijnlijk in het atelier van hun vader aan de Burchtstraat in Nijmegen, maar ze vertrokken al jong naar Parijs om zich in de kunst te bekwamen. Ze werkten in dienst van vorsten. Ze maakten in totaal ongeveer 800 miniaturen, kleine schilderijtjes. De broers zijn niet oud geworden. In 1416, nu 600 jaar geleden, stierven ze alle drie aan de gevolgen van de pest.
Hun faam ontlenen ze aan werk dat ze maakten aan het hof van de Bourgondische hertogen. Voor Filips de Stoute werkten ze mee aan een ”Bible moralisée”, een Bijbel met plaatjes. Hun grootste bekendheid verkregen ze door de verluchting van twee getijdenboeken voor hertog Jean de Berry: ”Belles heures du duc de Berry” en ”Très Riches Heures du duc de Berry”.
De ”Belles heures” is eigendom is van The Metropolitan Museum of Art in New York en bevat 172 miniaturen. Het gaat hierbij om Bijbelse voorstellingen (onder meer van de geboorte van Christus en de aanbidding van de wijzen en het lijden van Christus) maar ook om een ‘wereldse’ voorstelling bij iedere maand van het jaar, zoals het hooien (juni), de graanoogst (juli) en het slachten van varkens (december).
In 2005 kwam het boek op verzoek van de stichting naar Museum Het Valkhof in Nijmegen, waar het publiek kennis kon nemen van diverse pagina’s. Dat was het begin van de gebroeders Van Limburg-revival in Nijmegen.
De ”Tres Riches Heures” telt 66 grotere miniaturen en 65 kleinere, die grotendeels door de gebroeders Van Limburg zijn vervaardigd. Ze hadden het werk nog niet af toen ze stierven. Het bevindt zich in het Musée Condé, dat is ondergebracht in het kasteel van Chantilly bij Parijs. Ook dit getijdenboek kent illustraties met Bijbelse en andere voorstellingen en een kalender met miniaturen. Deze kalenderplaten zijn eigenlijk schilderijen op perkament.
Het geniale van de gebroeders Van Limburg zit ’m volgens Stufkens daarin dat ze het voor elkaar wisten te krijgen levensechte figuren op heel klein formaat te schilderen. „Het lukt hedendaagse kunstenaars niet om op een dergelijk klein formaat zo te schilderen.” Hij wijst ook op het landschap, dat voor die tijd heel knap weergegeven werd, al klopt het perspectief nog niet, en op de sfeer, die per jaargetijde verschilt. „Het was bijzonder dat ze een sneeuwlandschap schilderden dat bedrieglijk echt leek.”
Beide heren gaan door met hun stichting. Het lijdt voor hen geen twijfel dat de revival van de gebroeders Van Limburg zich zal doorzetten en dat ze ooit erkend zullen worden als de grondleggers van de beroemde Nederlandse schilderkunst.