Ds. Ten Brinke voor ambtsdragers GB: Hoop is kenmerk van christen
„Een christen is een vreemdeling hier beneden. Maar hij staat wel met twee benen in de modder van het dagelijks leven”, aldus ds. J. J. ten Brinke. „Hij mag zich niet terugtrekken in een bastion.”
De predikant van de hervormde gemeente te Stolwijk sprak dinsdagavond in de Woerdense Maranathakerk op een toerustingsavond voor ambtsdragers, belegd door de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Op een aantal plaatsen in het land werd dinsdagavond eenzelfde bijeenkomst gehouden, onder het thema ”Vreemdelingschap en hoop”. Deze krijgen een vervolg op 13 september.
Vreemdelingschap is een levenshouding, aldus ds. Ten Brinke. „Niet ieder mens voelt zich vreemdeling. Bepaalt vreemdelingschap u bij het hier en nu? Moeten we op zoek gaan naar vreemdelingschap?”
Petrus spreekt in zijn brief van uitverkoren vreemdelingen, zo zei de predikant. „Vreemdeling is dus een aanduiding voor iedere ware christen, niet allereerst vanwege wat ze doen, maar vanwege hun verkiezing door God. Wie zich vreemdeling weet, weet zich ook geroepen tot vreemdelingschap, ook als het kan stormen in het leven.”
Ds. Ten Brinke constateerde een tanend besef van vreemdelingschap vanwege gewenning aan zonde en gebrokenheid. Hij vroeg de ambtsdragers of ze zich wel vreemdeling weten. „Om als vreemdeling Jezus te volgen vraagt kritische distantie van alles wat naar de zonde neigt. Je wordt immers gevoed uit een andere Bron.”
Pelgrimage
Een vreemdeling is een pelgrim, op weg naar een bestemming, aldus ds. Ten Brinke. „Hij heeft toekomstperspectief. Hij komt thuis. Als christen mag hij leven vanuit Gods grote daden in het verleden, maar ook vanuit de toekomst. Een pelgrim hoeft het in de ballingschap van het hier en nu niet te maken. Hij heeft zijn christelijke roeping waar te maken. Die pelgrimage wordt gestempeld door beproevingen en door lijden. Maar daarin wordt hij door de kracht van God bewaakt en mag hij zich daarin verheugen. Die beproeving mag zijn tot lof en eer en heerlijkheid van Jezus Christus, zoals Petrus schrijft.”
De Bijbelse inhoud van vreemdelingschap is nauw verbonden met de christelijke hoop, stelde ds. Ten Brinke. „Deze hoop ontmaskert alle illusies. De hoop doet zingen en is gericht op God. Hij is verwekt door Hem, of, zoals Petrus schrijft: „wedergeboren tot een levende hoop.” Deze diepgewortelde hoop gaat samen met het door God gewerkte geloof, hoe aangevochten ook.”
Hoop is volgens de predikant „het onderscheidende kenmerk van de christen. Hoop is datgene waar de wereld van opkijkt. Hij snoert dwaze mensen de mond, schrijft Petrus.”
Hoop wordt verwerkt en gevoed door het Woord van de levende God, als het hoopgevende zwaard van de Geest, zei ds. Ten Brinke. „Hoop die leeft komt tot uiting in een verwachtingsvol leven. Bijbelse hoop bevindt zich in het spanningsveld van het reeds en het nog niet van het komende Koninkrijk. Tussen vervulling en voleinding spant zich de brug van de hoop.”
Vreemd
De Stolwijkse predikant zei te vrezen dat er veel verondersteld geloof gevonden wordt. „Het Bijbelse geloof gaat samen met de Bijbelse hoop.”
Een gemeente is volgens hem niet geroepen om de show te stelen. „Mag uw gemeente vreemd zijn, niet om vreemd te doen, maar vanwege het fundament van de hoop dat is gelegen in de opstanding van Jezus Christus uit de doden.” Ds. Ten Brinke vroeg de ambtsdragers of ze verlegen zijn om te getuigen van deze levende hoop.