Muziek

Orgelluiken Westerkerk: Kunst van hoog niveau

De orgelluiken in de Amsterdamse Westerkerk vormen een ware cultuurschat. Echter, niemand kan genieten van de schilderingen van de 17e-eeuwse schilder Gerard de Lairesse: de panelen hangen op 12 meter hoogte. Maar eind deze week is het werk in Enschede van dichtbij te bewonderen.

Jaco van der Knijff en Rudy Ligtenberg
6 September 2016 08:44Gewijzigd op 16 November 2020 06:15
Het Duyschotorgel uit 1686 in de Westerkerk in Amsterdam. beeld Wikimedia
Het Duyschotorgel uit 1686 in de Westerkerk in Amsterdam. beeld Wikimedia

Rijksmuseum Twenthe, dat de orgelluiken vanaf eind deze week exposeert, spreekt van „gigantische verborgen museumschatten van Amsterdam.” Dan gaat het over de afmetingen van de immense luiken: 5,44 bij 3,15 meter. Groter dan ”De Nachtwacht” van Rembrandt. Maar het gaat ook over de kwaliteit. Want Gerard de Lairesse (1640-1711), die de panelen schilderde, was niet de minste. Volgens kenners komt hij niet ná Rembrandt maar behoort hij met Rembrandt tot de belangrijkste schilders van de Gouden Eeuw (zie kader ”Gerard de Lairesse”).

Het orgel van vader Roelof Barentszn. en zoon Johannes Duyschot in de Amsterdamse Westerkerk, dat in 1686 werd opgeleverd, telt vier luiken. De kleinste twee, die het laagst hangen, beschermen de pijpen van het rugwerk. Aan de binnenzijde schilderde De Lairesse aan beide kanten een reeks muziekinstrumenten. Op de buitenkant staan zogenoemde grauwschilderingen van de vier evangelisten, die uit later tijd stammen.

De schilderingen op de buitenzijde van de twee luiken van het hoofdwerk zijn in de 19e eeuw verloren gegaan, naar verluidt toen men de panelen wilde verkopen. De binnenzijden van de luiken vormen echter twee schitterende schilderijen van De Lairesse. Links heeft de kunstenaar de geschiedenis uit 2 Samuël 6 uitgebeeld: ”De dansende en spelende koning David voor de ark des verbonds”. Op het rechterluik staat het Bijbelverhaal uit 1 Koningen 10: ”De koningin van Scheba bezoekt koning Salamo”.

Kraan

Rijksmuseum Twenthe wilde de beide bovenste panelen heel graag in bruikleen hebben voor de allereerste overzichtstentoonstelling van Gerard de Lairesse: ”Eindelijk! De Lairesse”. Het was echter de vraag of de luiken de Westerkerk uit konden. Volgens het museum kon niemand vertellen welke afmetingen de luiken precies hebben.

Nu zijn de orgelluiken er in 1992 nog af geweest, toen het Duyschotorgel onder de handen van orgelbouwer Flentrop een ware metamorfose onderging en de oorspronkelijke kleur van blauw-marmerimitatie weer werd aangebracht. Daarbij zijn de luiken ook gerestaureerd. Maar dat is bijna 25 jaar geleden.

Feit is dat kunsttransporteur Hizkia van Kralingen eraan te pas moest komen om met een lichtgewichtkraan de precieze maten van de panelen op te meten.

Maandag klonk het verlossende woord: de luiken passen diagonaal precies door de kerkdeur. Wel moest de klimaatsluis tijdelijk verwijderd worden.

De volgende stap was om de luiken met een kraan en liften van hun plek te halen. Dat bleek maandag echter tegen te vallen: de hijsinstallaties waren niet berekend op het gewicht van de panelen. Die waren veel zwaarder dan vooraf bekend was: 251 kilo, in plaats van 80 kilo. Dinsdagmorgen werd met twee zwaardere kranen opnieuw een poging gewaagd. Met succes. Vanaf zaterdag kan iedereen de beide kunstwerken van De Lairesse in Enschede van heel dichtbij kan bekijken. „We houden ons geloof niet voor onszelf, en de orgelluiken ook niet”, zegt kerkenraadslid Peter Snoeker van de Westerkerk Amsterdam.

Onschatbaar

De luiken vormen de grootste stukken van de tentoonstelling, zegt Karin Jongenelen van Rijksmuseum Twenthe. Wat de waarde van de schilderijen is, kan ze niet zeggen. „Ze zijn nog nooit getaxeerd. De huidige waarde is onbekend. Maar die is wat mij betreft onschatbaar.”

Dat de luiken gerestaureerd zouden moeten worden, iets wat de nieuwssite nu.nl vorige meldde, is een broodjeaapverhaal, zegt Peter Snoeker van de Amsterdamse Westerkerk. „Ze zijn 25 jaar geleden gerestaureerd. Ze verkeren in topconditie.”

Hij zegt dat de Westerkerk „ontzettend blij” is dat de luiken nu in Enschede voor het grote publiek te zien zijn. „Wij lenen deze kunstschatten graag uit. „We houden ons geloof niet voor onszelf, en de orgelluiken ook niet.” Hij blikt ook vast vooruit. „Straks, als ze weer terug zijn in de Westerkerk, kan iedereen ze gratis komen bewonderen. Er worden nu eindelijk goede foto’s van de schilderijen gemaakt. We zullen zorgen dat die straks op ooghoogte te zien zijn.”

----

Gerard de Lairesse

Beroemd, bejubeld, verguisd, vergeten: vier woorden die het dramatische leven en werk van Gerard de Lairesse (1641-1711) kenmerken. Als jonge ambitieuze schilder maakt de in Luik geboren De Lairesse furore in Amsterdam. Net als Rafaël en Poussin streeft hij naar de ideale schoonheid. Zijn klassieke stijl staat haaks op het realisme van zijn tijdgenoten, zoals Rembrandt, maar valt in goede aarde bij de elite. De Lairesse wordt al snel de beroemdste kunstenaar in de machtige koopmansstad.

Op het hoogtepunt van zijn succes wordt De Lairesse blind – een gevolg van syfilis. Hij kan niet meer schilderen, maar schrijft wel zijn ideeën over kunst op en publiceert zijn ”Groot Schilderboek”. Tot ver in de 18e eeuw blijven zijn schilderkunst en kunstopvatting populair en invloedrijk.

In de 19e eeuw komt er een kentering in de waardering voor De Lairesse. Het schoonheidsideaal dat hem eerder zo veel succes en roem heeft opgeleverd, betekent dan de doodsteek voor zijn reputatie. Kunstcritici vinden het werk van De Lairesse niet ”Hollandsch” genoeg. Hollandse kunst is alledaags en realistisch, De Lairesse is te internationaal en te academisch. Nederland is het land van Rembrandt. De Lairesse wordt verguisd en uiteindelijk vergeten.

Tot op de dag van vandaag is het werk van De Lairesse nog steeds maar bij weinigen bekend. Rijsmuseum Twenthe in Enschede probeert daar verandering in te brengen met de grote overzichtstentoonstelling ”Eindelijk! De Lairesse”.

In Enschede worden, naast de orgelluiken uit de Amsterdamse Westerkerk, ruim zestig schilderijen van De Lairesse tentoongesteld. Een groot aantal is voor het eerst in Nederland te zien.

De Lairesse schilderde monumentale stukken van uitzonderlijk groot formaat. Bijzonder in de tentoonstelling is een plafondstuk van ruim 5 bij 6 meter uit de collectie van het Amsterdam Museum dat De Lairesse schilderde voor de regentenkamer van het Amsterdamse Leprozenhuis.

De Lairesse is misschien wel de meest onderschatte schilder van de Nederlandse Gouden Eeuw. „De belangrijkste schilder náást Rembrandt”, aldus Gregor J. M. Weber, hoofd beeldende kunst van Rijksmuseum Twenthe.


De expositie ”Eindelijk! De Lairesse” in Rijksmuseum Twenthe in Enschede loopt van 10 september tot en met 22 januari.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer