Kostgeld als dilemma
Zodra thuiswonende kinderen gaan werken, kan het voor ouders een dilemma zijn: laten we hen kostgeld betalen of niet? En wat is dan een redelijk bedrag?
Op internet wemelt het van de uiteenzettingen over de opvoedkundige waarde van het betalen van kostgeld en van tips voor de berekening ervan. Een 27-jarige Belg vond overigens dat er maar één redelijk bedrag was: nul. Zijn moeder stapte naar de rechter: twee van haar drie thuiswonende werkende kinderen vonden het vanzelfsprekend bij te dragen in de kosten van het huishouden, maar exemplaar drie vertikte het.
Moeder hing het aan de grote klok en liet zich interviewen door een Vlaamse krant. „Ik vind het oneerlijk tegenover mijn twee andere kinderen. Hij moet, net als die andere twee, gewoon betalen als hij thuis blijft wonen”, fulmineerde ze. Van de rechter kreeg ze echter geen gelijk. Ouders moeten hun kind onderhouden, en als dat kind lang thuis blijft wonen, moeten ze maar een contract met financiële afspraken opstellen, vond de rechtbank. Dat contract was er niet, dus kon de Belgische geen betaling van 250 euro per maand van haar zoon eisen.
Berekening
Een oudere lezer meldde zich bij onze krant met de mededeling dat hij vroeger een vijfde van zijn salaris moest afstaan aan zijn ouders. Hij had het idee dat het verschijnsel kostgeld veel minder vaak voorkomt dan vroeger. Of neemt het toe als het met de economie even wat minder goed gaat en gezinnen financieel in de knel komen?
Trends zijn moeilijk te ontdekken, zegt een woordvoerster van het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) in Utrecht. „We weten daar eigenlijk niets van. Wel zien we dat er grote behoefte is aan informatie over dit onderwerp. We hebben een schema opgesteld voor het berekenen van een redelijk bedrag dat thuiswonende werkende kinderen zouden moeten betalen. Dat schema is enorm populair.”
Verantwoordelijkheid
Ouders hebben grote invloed op het financiële gedrag van hun kinderen, stelt het instituut. Volwassenen die als kind hebben geleerd met geld om te gaan, hebben gemiddeld minder betalingsproblemen, sparen vaker en zeggen verantwoordelijker om te gaan met aankopen.
Ouders brengen hun kinderen ook verantwoordelijkheid bij door hen kostgeld te laten betalen. Vroeger was het gebruikelijk dat inwonende kinderen, zodra ze een eigen inkomen hadden, gingen meedelen in de kosten van het huishouden. Ze hebben immers een dak boven hun hoofd, krijgen hun natje en hun droogje, de kleding wordt gewassen en gestreken, enzovoorts. Als een jongere zelfstandig woont, kost dat geld, dus waarom niet als hij nog bij zijn ouders verblijft?
„Woont uw kind of iemand anders met een eigen inkomen bij u in? Dan is het niet meer dan redelijk om kostgeld te vragen”, vindt het Nibud. „Ook is het voor de kostganger een goede voorbereiding op het zelfstandige leven.”
Tegenargumenten zijn er ook: ouders hebben het geld soms niet nodig, zien het als plicht om voor hun kinderen te zorgen –in plaats van andersom– en zijn al blij dat die nog thuis willen blijven wonen. Bovendien moeten hun kinderen sparen voor later.
Daar valt tegen in te brengen dat financiële verantwoordelijkheid leren dragen en kennis van de dagelijkse kosten bijbrengen ook een deel van de opvoeding is. Ouders kunnen er zelfs voor kiezen om kostgeld dat ze niet nodig hebben, stilletjes apart te zetten en later onverwacht aan hun kind terug te geven als het voor grote uitgaven komt te staan.
Het Nibud adviseert bij de bepaling van een kostgeldbedrag rekening te houden met de negatieve invloed die kostgeld kan hebben op andere inkomsten van de ouders, zoals huurtoeslag, bijstand of AOW. Andere tip: maak duidelijke afspraken over wanneer en hoe er betaald wordt, zodat het kind er niet maandelijks aan herinnerd hoeft te worden.
De kostgeldkwestie is ook actueel doordat het aantal boemerangkinderen toeneemt: het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) meldde in mei dat het steeds vaker voorkomt dat kinderen weer een tijdje bij hun ouders gaan wonen na een periode uit huis te zijn geweest. Inmiddels keert 25 procent van de jongeren binnen vijf jaar terug naar hun ouders. In 1995 was dat nog maar 16 procent.
Het Nibud haakte de volgende dag al in op het bericht door met tips te komen: „Maak met inwonend volwassen kind goede afspraken over financiën.”
Studiekosten
Bij studenten is van kostgeld betalen vaak geen sprake; die moeten alle zeilen bijzetten om hun studie gefinancierd te krijgen. YoungCapital liet een onderzoek uitvoeren door onderzoeksbureau MWM2 onder 1080 studenten in het hoger beroepsonderwijs en op de universiteiten en kwam deze week tot de conclusie dat 64 procent van de studenten die bij hun ouders wonen, financieel niets bijdraagt aan het huishouden. Slechts 5 procent betaalt huur, en 33 procent betaalt af en toe mee aan de boodschappen.
Studenten werken gemiddeld zo’n vijftien uur per week, maar die bijbaantjes zijn vaak onvoldoende om de studie te financieren: bij zes op de tien studenten betalen ouders mee. Van die groep zegt twee derde niet te kunnen studeren zonder deze steun. Meer dan de helft van de studenten is dan ook niet te beroerd om regelmatig iets terug te doen, zoals een klusje in en om het huis.
De afhankelijkheid leidt zelfs tot ander sociaal gedrag: één op de zes studenten zegt zijn ouders bewust te vriend te houden omdat ze de geldelijke bijdrage niet kunnen missen. „Bij de studenten die onder het sociaal leenstelsel vallen, is dit zelfs één op vijf”, stelt het bureau. „Woorden inslikken, conflicten vermijden en af en toe een bloemetje meebrengen; dat is wat studenten doen om de relatie met hun ouders goed te houden.”
Bedankkaart
Studenten verlangen wel naar zelfstandigheid. De helft van de thuiswonende studenten wil uit huis, maar kan dat niet betalen.
Bij 14 procent van de studenten oefenen de ouders door hun financiële steun invloed uit op de studiekeuze. Aan de andere kant helpt de invloed van de ouders ook positief, bijvoorbeeld doordat de jongere een duurdere studie kan volgen.
YoungCapital, een firma die bedrijven in contact brengt met studenten en pas afgestudeerden, heeft op zijn Facebookpagina bedankkaarten geplaatst die studenten naar hun ouders kunnen versturen.
>>nibud.nl/consumenten/kostgeld/
----„Waarom niet iets terugdoen voor zorg van je ouders?”
tekst Anne Vader
De 20-jarige Mark Kommerie uit Wouterswoude heeft een eigen visbedrijf. Hij maakt elke maand 100 euro kostgeld over naar zijn ouders. „Ik heb een eigen zaak en verdien genoeg om een gezin te onderhouden.” Je ouders een handje helpen in de onkosten vindt hij niet meer dan normaal. „Ze hebben mij altijd geholpen en daar mag wat tegenover staan. Waarom zou je niet wat terugdoen?” vraagt hij zich af.
Zolang hun kinderen niet werken, vragen Nellie Kommerie (52) en haar man Mark (55) geen financiële bijdrage. „Toen onze zoon Mark vorig jaar een eigen bedrijf begon, vonden wij het redelijk dat hij een steentje zou bijdragen in de kosten”, licht moeder Kommerie toe.
Vijf van de acht kinderen wonen nog thuis. Zij zijn allemaal jonger dan zoon Mark en hebben nog geen vaste baan. „Het is wel lastig om geld aan je kind te vragen”, vindt ze. „Anderzijds is het niet erg dat kinderen die werken een financiële bijdrage geven. Als ze op zichzelf gaan, kost dat meer dan thuis wonen.” Het echtpaar uit het Friese Wouterswoude heeft aan de hand van informatie van het Nibud gekeken wat een redelijk bedrag is om te vragen.
Zelf betaalde Kommerie vroeger ook kostgeld, haar man niet. „Kinderen leren zo dat er vaste kosten zijn in het leven. Het is goed dat ze zich daarvan bewust zijn.” Kostgeld is in het gezin nooit een punt van discussie geweest. Mark: „Ik ga me er niet druk om maken. Voor mij is het vanzelfsprekend om kostgeld te betalen. Nergens kun je zo goedkoop wonen en nergens krijg je zo veel service.”
„Ik weet zeker dat mijn ouders blij zijn met die honderd euro”, vervolgt hij. „Volgens mij is niet zo dat mijn vader meer verdient dan de gemiddelde Nederlander en kinderbijslag krijgen ze ook niet meer voor mij. Maar ik eet wel mee, mijn moeder draait de was voor me en zorgt ervoor dat mijn kleren zijn gestreken. Mijn ouders hebben ook altijd voor mij klaargestaan en ik verdien zat, dus zo kan ik ze ook wat helpen.”
Ook als ouders het financieel niet nodig hebben, vindt Mark het redelijk om kostgeld te betalen. „Als je op jezelf gaat wonen, ben je zo 400 of 500 euro huur in de maand kwijt. Wat stelt die honderd euro in de maand bij mij dan voor?”
Dat kinderen volop meehelpen in het gezin en huishouden in plaats van kostgeld te betalen, zoals bij de familie Westerbroek het geval is (zie andere kader), ziet moeder Kommerie ook als een optie. „Maar Mark is niet zo huishoudelijk aangelegd, dus dat is bij ons niet aan de orde geweest.”
----„Hulp in huis is ons meer waard dan kostgeld”
tekst Anne Vader
Een bijdrage in natura heeft meer waarde dan kostgeld, vinden Freek (45) en Jantina (43) Westerbroek. Hun zeven kinderen –in de leeftijd van 5 tot 21 jaar– wonen allemaal nog thuis in Veenendaal. De oudste drie (21, 19 en 16 jaar) hebben een baan, maar hoeven geen kostgeld te betalen. Van hun eigen inkomen betalen ze zelf hun rijbewijs, kleding en andere eigen spullen, vertelt moeder Jantina.
„We zijn blij dat ze allemaal nog thuis wonen. Regelmatig doen we een beroep op hen, vanuit de gedachte dat iedereen bijdraagt aan de zorg voor elkaar.” Zodra de kinderen uit hun werk komen hebben zij voor het avondeten ruimte voor ontspanning. Na het eten doet iedereen zijn dagelijkse taak.
Ook voor de zorg van jongere broertjes en zusjes kunnen vader en moeder Westerbroek rekenen op hun oudste kinderen. Voor oppas, hulp met huiswerk maken, een spreekbeurt helpen voorbereiden en jongere kinderen wegbrengen en ophalen bijvoorbeeld. „Dat laatste doen ze met hun eigen auto, maar de benzine verrekenen we niet. Zo zijn ze tot steun en verlichting bij het draaiende houden van ons gezin. Hoe ouder ze worden, hoe meer ondersteuning ze kunnen bieden.”
Praktische hulp versterkt volgens Westerbroek de betrokkenheid en verantwoordelijkheid voor elkaar. „Dat heeft voor ons meer waarde dan een financiële bijdrage.”
Hun oudste dochter Adrianne, die als woonbegeleider in Amersfoort werkt, kan zich goed voorstellen dat ouders kostgeld vragen. „Maar ik begrijp ook dat mijn ouders niets vragen. Ik ben de oudste en heb meerdere jongere broertjes en zusjes, waardoor ik thuis vaak meehelp. Als mijn ouders een financiële bijdragen willen hebben, sta ik daar open voor.”
Drie jaar geleden ging het gezin Westerbroek voor het eerst op vakantie naar het buitenland. „Sindsdien betaal ik ook mee aan de vakantie”, vertelt Adrianne. „Mijn moeder verrekent daarvoor de kosten van de camping, het eten, de uitjes en benzine.”
Zowel vader als moeder Westerbroek hoefde zelf vroeger geen kostgeld te betalen. De Veenendalers kunnen zich voorstellen dat ouders een financiële vergoeding vragen als hun kinderen boven de 25 zijn, volledig opgaan in hun werk en alleen thuis komen om te eten, te slapen en de was te brengen. „Als een kind door zijn werk en eigen leven geen tijd heeft om op een andere manier het thuis wonen te compenseren, is het reëel dat er een financiële vergoeding tegenover staat”, vindt moeder Westerbroek.
Tot op heden bevalt de keuze hun goed. „Twee dochters hebben verkering, dus het ziet er niet naar uit dat zij nog jaren thuis zullen wonen.”