Ankara blij met stellingname Duitse regering
De Turkse ambassade in Berlijn is blij met de verklaring van de Duitse regering over een resolutie van de Bondsdag met betrekking tot de geschiedenis van Turkije. Berlijn heeft vrijdag beklemtoond, dat de resolutie niet bindend is. De goedkeuring uit Ankara betekent volgens meldingen zaterdag van Duitse media dat parlementariërs hun plan om Duitse militairen te bezoeken op de militaire basis in het Turkse Incirlik, eindelijk kunnen realiseren. Een lid van de SPD-fractie zei dat ze 4 oktober naar Turkije gaan.
De Bondsdag, de Duitse Tweede Kamer, heeft zich in juni tot woede van Turkije, in grote meerderheid uitgesproken voor de erkenning van de volkerenmoord honderd jaar geleden op de Armeense minderheid in het Ottomaanse Rijk. Het huidige Turkije vormde de spil van het zeshonderd jaar oude rijk. Turkije heeft zich altijd fel gekeerd tegen de stelling dat de Armeniërs systematisch zijn uitgemoord.
Een aantal Duitse parlementariërs is woedend dat de regering de resolutie lijkt af te doen als iets wat er niet toe doet. Merkel zou zo een knieval voor Erdogan maken. De Duitse regering heeft beklemtoond dat Ankara haar heeft gevraagd wat de resolutie volkenrechtelijk inhoudt en dat is juridisch gezien niets. Daar is Ankara blij mee.
De genocide begon in 1915. De destijds machtigste figuren in het rijk, de minister van Binnenlandse Zaken Talaat Pasha, minister van Oorlog Enver Pasha en van Marine Djemal Pasha, gelden als het kwade brein achter de gruwelen. Van de Armeniërs in het rijk, in 1913 ergens tussen de 1,3 en 2 miljoen mensen, is volgens verschillende bronnen een kwart tot driekwart omgekomen. Armeniërs spreken van anderhalf miljoen doden.