De hersteld hervormde predikant uit Apeldoorn hield vrijdagavond in Ridderkerk een lezing tijdens de jaaropening van het Hersteld Hervormd Seminarie. Thema was ”Geen ander evangelie”, naar aanleiding van de brief van de apostel Paulus aan de Galaten.

Dienaren van het Woord zijn geroepen om het Evangelie van Jezus Christus te verkondigen, benadrukte dr. Van Kooten, docent predikkunde en ethiek aan het Hersteld Hervormd Seminarie in Amsterdam. Predikanten moeten allereerst dat Evangelie zelf kennen. „Verlossing is niet een optelsom van ‘bevindinkjes’, dingen die jij graag doet en dingen waar je tegen bent, maar enkel genade. Dát is het Evangelie dat Paulus preekt. Het accent ligt volledig op wat God gedaan heeft in en met Jezus Christus.”

Iedere predikant loopt het gevaar om weg te glijden naar een ander evangelie. Zo dreigden de Galaten, die vol blijdschap het door Paulus gepredikte Evangelie hadden ontvangen, mee te gaan met de Judaïsten. Die oefenden druk op de Galaten uit om zich te laten besnijden, om zo werkelijk tot het uitverkoren Joodse volk te mogen horen.

Dr. Van Kooten: „Paulus verzet zich echter met hand en tand. Voor hem is het Evangelie van Jezus Christus in het geding. Als er iets meer noodzakelijk wordt gesteld dan het kruis en het bloed van Jezus Christus, dan wordt dat op Christus in mindering gebracht. Dat is een ander evangelie en uiteindelijk een vernietiging van het Evangelie van Christus.”

Het gevaar dat er een ander evangelie gebracht wordt, bestaat volgens hem nog steeds. Bijvoorbeeld als „erkend wordt dat alleen Christus de Verlosser is, maar dat een mens toch eerst zijn zonde en doodstaat genoeg moet leren kennen om tot Christus te mogen gaan. Of dat je pas een echte christen bent als je in tongen gesproken hebt. „Wees ervoor beducht dat we kunnen wegglijden naar een ander evangelie, dat geen Evangelie is. Zo scherp stelt Paulus het. Hij spreekt er zelfs de vloek over uit.”

De grootste gevaren voor de kerk zijn volgens dr. Van Kooten niet de vrijzinnigen of de atheïsten, maar de stromingen die „zo veel Bijbelse waarheid omhelzen, dat hun onschriftuurlijke uitingen niet zo erg schijnen te zijn.” Predikanten zijn geroepen „te waken over het zuivere Evangelie” en „te onderkennen wanneer de denkrichting begint te verschuiven naar de mens.”