Tjeu en To van de Winkel redden jongens Leibovich
Tjeu en To van de Winkel, een boerengezin in Kelpen–Oler (Limburg), hebben vanaf 1940 kinderen van het echtpaar Nathan en en Franceska Leibovich in huis gehad. Eerst kwamen de jongsten, Harry en David (in Limburg werd hij Sjefke genoemd), later hebben ook de zonen Martin en Ignace enige tijd onderdak bij de familie Van de Winkel gevonden.
Vader en moeder Leibovich waren in 1934 vanuit Uhla in Tsjechoslowakije naar België verhuisd, waar vader Nathan in de mijnen ging werken. In België werden nog twee meisjes geboren. In 1942 werden de ouders met Eva en Gisela opgepakt. Zij zijn in Auschwitz vermoord. De vier broers Leibovich vonden elkaar na de oorlog terug. Martin ging in 1945 naar Israël, de andere broers gingen naar New York.
De staat Israël heeft aan Mathias en Catharina van de Winkel–Baetsen postuum de Yad Vashem–onderscheiding toegekend. Daarmee worden niet–joden geëerd die tijdens de holocaust, vaak met gevaar voor hun eigen leven, hebben geprobeerd joodse medeburgers te redden. Komende donderdag neemt zoon Piet van de Winkel in Kelpen–Oler de onderscheiding voor zijn ouders in ontvangst. Uit Israël komt Martin Leibovich met zijn familie speciaal hiervoor over.