Binnenland

Wonen in de langste straat

De Oude Bildtdijk in Noord-Friesland is met ruim 14 kilometer lengte de langste straat van Nederland. De dijk is een wereld op zich waar ”Ouwedyksters” wonen, maar ook verfrieste Hollanders en Duitse zomergasten. Een wereld met arbeiders, kunstenaars, pensionado’s en vakantiegasten.

Maarten Boersema
29 August 2016 20:42Gewijzigd op 16 November 2020 06:04
beeld Maarten Boersema
beeld Maarten Boersema

Aldert Cuperus is streekhistoricus van het Bildt, geboren op de Oude Bildtdijk. Hij woont nu aan de rand van het nabijgelegen Sint Annaparochie, maar is nog vaak op de dijk te vinden voor het ophalen van herinneringen of het rondleiden van mensen. „Het wonen op de Oude Bildtdijk geeft een vrijheid die moeilijk te omschrijven is. Bewoners op de dijk zijn vrijer dan de mensen uit de dorpen. Ze zijn wat ongebondener om zo te zeggen. Maar dat is ook niet gek als je voor en achter onbeperkt uitzicht hebt. Er heerst op de dijk het credo van leven en laten leven.”

Dat credo wordt onderschreven door een relatief jonge bewoonster van nummer 1024. „Ik ben op de dijk geboren en een paar jaar weg geweest. Nu woon ik er weer en met plezier. Je hebt hier de ruimdenkendheid van de stad, maar dan op het platteland. Het wonen op de dijk is ook goed voor mijn creativiteit. Het is hier open en je hebt hier weinig prikkels.”

Vruchtbaar

De naam het Bildt heeft volgens Cuperus te maken met het aangeslibde land rond de dijk. In 1398 werd hiervan al melding gemaakt, de aanslibbing was zo hoog, dat ze met gras begroeid raakte. Het nieuwe land bleek erg vruchtbaar en daar is in de loop van de geschiedenis veel en lyrisch over geschreven. Cuperus citeert veelvuldig uit zijn hoofd uit historische geschriften, bestekplannen, liedteksten, maar ook uit gedichten. Een van die teksten is van de zestiende-eeuwse schrijver Kempius. „En zo groot is de vruchtbaarheid van de bodem, dat de gewone grond met een tweehonderdvoudige, en daar, waar het buitengewoon vruchtbaar is in het Bild, met een driehonderdvoudige vrucht overladen is: waar de enkele graankorrels elk twee, en –als ’t op een bijzonder gunstige plaats is– elk drie aren voortbrengen, rustend op halmen die zo dicht opeen staan, dat men er moeilijk door kan lopen, terwijl de kwartels er niet uit op kunnen vliegen.” Van die vruchtbaarheid zijn nog altijd sporen zichtbaar. Een van de bekendste aardappelsoorten dankt zijn naam ook aan de streek: de bildtstar.

Cuperus kan zich er nog altijd over verwonderen dat deze 14 kilometer lange dijk van ruim 3 meter hoogte in slechts één jaar tijd is aangelegd door 800 arbeiders. Hij heeft het nagerekend en laten checken en het is werkelijk waar. De dijk werd aangelegd door bedijkers uit de rivierdelta van Zuid-Holland. Deze bedijkers namen arbeiders aan uit Holland, Zeeland, Brabant en Friesland en dat zorgde ervoor dat de mengtaal ”het Bildts” ontstond. Cuperus spreekt het zelf ook nog altijd. „Het is een taal met de Friese zinsbouw, maar met gebruik van Oudnederlandse woorden.”

Het kan spoken op de dijk

In eerste instantie was deze dijk een ”waker”, dat wil zeggen een zeedijk. Een eeuw na de aanleg van de Nieuwe Bildtdijk een paar kilometer noordelijker, werd de dijk op vele plaatsen een ”slaper”, dat wil zeggen een binnendijk. Op sommige plekken is de dijk vandaag ook een ”dromer”, dat wil zeggen een dijk binnen de binnendijk. Toch is de zee altijd dichtbij gebleven. Bij nacht, storm en ontij probeert hij het prijsgegeven land terug te veroveren en kan het spoken op de dijk en in heel het Bildt. „Vanuit ons ouderlijk huis konden we het licht van de Amelandse vuurtoren zien. Je was je er altijd van bewust dat de zee dichtbij is.”

Cuperus denkt met liefde terug aan zijn jeugd op de dijk. „In mijn beleving waren we altijd buiten en speelden we op of rondom de dijk. Ik herinner me ook de veelkleurige lappendeken die het land in het Bildt was in mijn jeugd. Dat is nu anders geworden door de schaalvergroting. Natuurlijk, het is de boeren niet kwalijk te nemen, maar ik denk met weemoed terug aan de tijden dat op het land veel verschillende soorten gewassen stonden. Nu staan er alleen nog aardappelen, bieten en graan.”

Felle sociale strijd

Cuperus weet –bij wijze van spreken– over elke meter van de dijk een verhaal op te dissen. Bijvoorbeeld hoe de bewoners van Oude Bildtzijl enthousiast de klok luiden als Juliana is geboren. Maar ze luiden zo uitbundig dat de klok het begeeft. Er gaat een brief naar de koningin, die besluit bij te dragen aan een nieuwe dorpsklok. Maar wel nadat de toren tot ”Julianatoren” is omgedoopt.

Bij het westelijke einde van de dijk, vertelt Cuperus dat het Bildt het land is van de aardappel, van de grote boeren, maar ook van de felle sociale strijd aan het einde van de negentiende eeuw. Hier is de hoek waar de haarden van het verzet zaten. De eerste landarbeidersvakbond van Nederland –”Broedertrouw”– werd op 27 oktober 1889 opgericht op de Oude Bildtdijk. Een moment, de ”Golf van Onrust”, herinnert aan die tijd.

Bij terugkeer richting het oostelijke einde van de dijk en het passeren van het Indonesische restaurant Gaya Indonesia draagt Cuperus vanuit het niets een liedtekst voor. In het Bildts, welteverstaan. „De soute see prikkelt op ’e tong, met ’e kop in ’e wyn op ’e dyk. Dan fernim je de kracht fan de netuur, weerbarstig, die wil niet om lyk. Dochs hè wy ’t wonnen, sont 500 jaar brúkke wy nou ’t lând fan de see. Met de berry op ’e skouders en de skop in ’e hând, meskien waar ik d’r âns wel niet weest.”

Wie ’t vatte, die vatte ’t.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer