Dat blijkt uit de Breedbandnota, die de D66-bewindsman dinsdag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Het gebruik van breedbandinternet, waarbij veel gegevens gelijktijdig worden doorgestuurd en ook beeld en geluid worden doorgegeven, neemt nog sneller toe dan mobiele telefonie. In Nederland wordt het aangeboden via de kabel en via de telefoon. Die concurrentie heeft een voorsprong opgeleverd, maar minister Brinkhorst vreest dat deze voorsprong een remmende factor kan worden.

„De groei van de capaciteitsvraag maakt de doorontwikkeling naar een volgende generatie breedbandige netwerken en diensten noodzakelijk”, aldus Brinkhorst. De hoofdnetwerken bestaan uit glasvezel en zullen geen problemen opleveren, maar de verbindingen naar dat netwerk toe kunnen wel een knelpunt vormen. Er is flink geïnvesteerd om de koperdraad van de telefonie geschikt te maken voor breedbandinternet en datzelfde geldt voor de coaxkabels voor tv en radio. Brinkhorst vreest dat de maatschappijen willen wachten tot die investeringen zijn afgeschreven. „De prikkel om investeringen in nieuwe technologieën te doen, is daarmee beperkt.”

Een pasklaar antwoord op de vraag welke rol de overheid moet spelen bij breedbandinternet heeft Brinkhorst nog niet. Een vorige maand ingestelde commissie, met als voorzitter burgemeester Deetman van Den Haag, heeft de Breedbandnota als uitgangspunt om met adviezen te komen.

Op korte termijn wil Brinkhorst vooral elektronisch betalen bevorderen. Nederland is behalve een breedbandland ook een handelsland, maar uitgerekend de handel via internet blijft achter bij die in andere landen. Er zijn veel kleinschalige initiatieven, aldus de nota, maar de klanten hebben er weinig vertrouwen in en zien niet het voordeel van betaalgemak.