„Samenwerking is devies bij rampen”
Om grote rampen aan te kunnen, moeten kleine gemeenten meer regionaal samenwerken. „Voor een beetje gemeente is een beetje ramp al snel te veel.”
Dit is een van de adviezen uit een evaluatieonderzoek naar de nasleep van het bedrijfsongeval in de Amercentrale in Geertruidenberg, september vorig jaar. De gemeente Geertruidenberg presenteerde dinsdagmorgen de resultaten van het onderzoek.
In de nacht van 27 op 28 september stortte in een stoomketel, de Amer 9, een steiger van 65 meter hoogte in. Vijf van de acht onderhoudsmedewerkers die op dat moment in de ketel waren, kwamen daarbij om het leven.
De zeer gecompliceerde reddings- en bergingsoperatie duurde vijf dagen. De gemeente Geertruidenberg liet het Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement onderzoeken hoe het rampenplan heeft gefunctioneerd.
Gebrek aan voldoende deskundige mensen is een punt. „Voor een beetje gemeente is een beetje ramp al snel te veel”, is een uitspraak van een van de geïnterviewden. Regionale samenwerking is noodzakelijk omdat een gemeente niet zelf de benodigde capaciteit heeft om alle functies die moeten worden vervuld in te vullen. Hierbij kunnen ook deskundigen van buitenaf worden ingehuurd.
Dit vereist wel dat zij die een regionale rol vervullen en in diverse gemeenten zouden kunnen worden ingezet, ook moeten investeren in het opdoen van kennis over die gemeenten en over de mensen die zij daar zullen aantreffen.
Een belangrijke les is volgens het onderzoek dat voorbereiding op crisismanagement vooral „voorbereiding op flexibel handelen” betekent, met als kern een goede coördinatie. „Een vraag die de gemeente zichzelf moet stellen, is de vraag naar competenties van het personeel. De gemeente zal een inventarisatie moeten maken die inzicht geeft in alle vaardigheden, competenties en specialismen die bij het eigen personeel aanwezig zijn. De regionale poolvorming kan vervolgens een aanvulling bieden op noodzakelijke specialismen die de gemeente zelf ontbeert.”
Over de oorzaak van de ramp is druk gespeculeerd. Zo zou er te veel grit achtergebleven zijn op de planken van de steiger en zouden er te veel mensen tegelijk op de steiger aan het werk zijn geweest. Het strafrechtelijke onderzoek van justitie duurt nog zeker een paar maanden. Ook eigenaar Essent is bezig met een onderzoek.
De acht gritspuiters waren ingehuurd om de stoomketel schoon te maken. Zij werden bedolven onder een enorme berg van stalen pijpen. Hulpverleners konden uiteindelijk met behulp van speciale camera’s de mannen lokaliseren. Daarna zijn via een steiger aan de buitenkant gaten gemaakt om de slachtoffers uit de ketel te halen.
De reddingsoperatie heeft lange tijd geduurd omdat de lichamen zich in een kluwen van verwrongen steigermateriaal bevonden. Drie mannen konden levend worden gered. Drie Rotterdammers van Turkse afkomst en twee Amerikanen kwamen om.