Grave, de meest belegerde stad van Brabant
Op het eerste gezicht is niet te zien dat Grave in 1674 in puin lag. De ”meest belegerde stad van Brabant” ligt er anno 2016 vredig bij. De huizen ogen historisch, maar zijn niet ouder dan 450 jaar.
Dat Grave de twijfelachtige eer heeft een van de meest belegerde steden van Nederland te zijn, dankt zij aan haar ligging aan de zuidoever van de Maas. „Het lag heel strategisch tussen Gelre en Brabant”, weet stadsgids Evert Vos. „Wie Grave had, controleerde de overtocht.”
In de middeleeuwen is het stadje –van 400 bij 400 meter– een twistappel tussen beide hertogdommen. Al in 1286 belegeren de Gelderlanders Grave, maar het duurt tot 1400 voordat de stad van hen wordt.
De vestingstad speelt daarna een rol van betekenis in menige Nederlandse grondoorlog. In de Tachtigjarige Oorlog wisselt de stad verschillende keren van heerser. In 1568 wordt ze Spaans, negen jaar later Staats, en weer negen jaar later opnieuw Spaans. In 1602 verovert prins Maurits Grave na een beleg.
In puin
In het Rampjaar, 1672, trekken de Fransen zónder beleg de stad binnen. Het Staatse garnizoen is dan net verkast. Twee jaar later moet prins Willem III veel kanonvuur gebruiken voor de herovering. Pas na 93 dagen belegering geeft de Franse generaal Noël Bouton de stad over, op voorwaarde dat hij zijn kanonnen en munitie mag meenemen. Het Staatse leger van 16.000 man heeft de stad dan in puin geschoten. Vos: „Vijf, zes huizen stonden nog overeind.”
De prins laat vestingwerkengenie Menno van Coehoorn de stad herbouwen met vijf versterkingen, waarvan een aantal nog te zien is. Zoals de Hampoort uit 1688. Deze heeft een gang met een hoek erin. „Kogels hebben niet de gewoonte de bocht om te gaan”, glimlacht Vos.
Anno 2016 is in het poortgebouw het Graafs Museum gevestigd. Het gebouw is aan het verzakken, omdat het deels op een voormalig moeras is aangelegd. Ook het Arsenaal, opslagplaats voor munitie, is nog te zien, veilig verscholen achter een hoge, kunstmatige berg, de Kat. Op de binnenplaats staat nog een in onbruik geraakte kapel.
Aan de kant van de Maas staat een kademuur, en een tweetal kanonnen. Vos: „Het verhaal gaat dat die in 1940 plotseling verdwenen waren. Jan, die in het huisje erachter woonde, werd na de oorlog onderscheiden omdat hij ze had behoed voor de omsmedingsdrift van de Duitsers. Toen bekende hij eerlijk dat hij het had gedaan omdat hij wilde voorkomen dat de Duitsers vanaf de andere kant van de Maas zijn huis in puin zouden schieten.”
Aan de overkant van de rivier lag fort Coehoorn, van bovenaf gezien nog herkenbaar in het landschap. De tocht gaat verder. Vos wijst op het water dat langs de N324 ligt. Het wordt uitgegraven zodat de vestingwerken weer beter zichtbaar worden.
Bij de John S. Thompsonbrug over de Maas staan twee kazematten uit 1936. Daarin is het Kazemattenmuseum gevestigd, waarachter Vos de drijvende kracht is. „De kazematten moesten destijds de brug verdedigen, toen de langste brug van Europa.”
De Duitsers kunnen in 1940 beide kazematten van achteren benaderen en innemen. De Nederlanders hebben dan al de brug kunnen opblazen. In 1945 hebben de Engelsen meer moeite om de bunkers op de Duitsers te veroveren. Dat lukt ten slotte onder leiding van luitenant Thompson met vijftien soldaten; de herstelde brug valt onbeschadigd in hun handen.
Koud en krap
De noordelijke bunker vertelt het verhaal van Grave tijdens de Tweede Wereldoorlog. De bunker telt twee verdiepingen. Het is er koud en krap. Toch heeft Vos hier een mooie expositie weten te realiseren. Zo ook in de drie etages hoge zuidelijke kazemat. Deze expositie geeft het bredere perspectief van de militaire gebeurtenissen weer.
Jaarlijks herdenkt Grave de bevrijding op de historische datum van 17 september. „Die leeft; er komen steeds meer jongeren bij de herdenking”, aldus Vos.
De stadsgids, uitgeroepen tot vrijwilliger van het jaar 2015 in Grave, zoekt verbinding met het munitiemuseum, dat medio volgend jaar wordt gevestigd in de voormalige Generaal de Bons Kazerne in het nabijgelegen Velp. De munitietentoonstelling vormt nu nog een onderdeel van het oorlogsmuseum in Overloon. „Misschien introduceren we een combikaartje.”
Bij het vertrek spreekt hij twee buitenlandse toeristen aan. „You want to visit the Kazemattenmuseum?”
Dit is het derde deel in een serie over overblijfselen van oorlogen in het Land van Cuijk. www.graafsmuseum.nl