Partners nog verdeeld over prepensioen
Werkgevers- en werknemersorganisaties hebben maandagavond de onderlinge verdeeldheid over de toekomst van het vroegpensioen en een nieuwe verlofregeling niet weten op te lossen. Ze hebben alleen afgesproken verder te praten om alsnog tot een unaniem standpunt te komen.
Vooral MKB-Nederland kwam teleurgesteld uit het overleg. „We zijn geen stap verder gekomen”, aldus coördinator sociaal beleid A. van Delft van de organisatie voor middelgrote en kleine ondernemingen. Daarmee is volgens hem de kans verspeeld om dinsdag eensgezind op te trekken in een overleg met het kabinet.
Directeur sociale zaken J. van den Braak van VNO-NCW stelde echter dat „de hoop niet verloren is.” Ook de vakcentrales FNV, CNV en MHP concludeerden dat de kansen op een unaniem standpunt niet verkeken zijn. Zo ziet Van den Braak een aanknopingspunt in de manier waarop het kabinet werknemers de keuze wil bieden uit collectieve prepensioenregelingen te stappen. Hij wees erop dat de sociale partners wel gezamenlijk tegen dit deel van het kabinetsplan zijn, omdat daardoor de collectieve spaarregelingen onbetaalbaar dreigen te worden.
Volgens FNV-onderhandelaar A. Jongerius zouden sociale partners in de onderhandelingen een stap verder kunnen komen wanneer zij meer ruimte krijgen om zelf afspraken te maken over wanneer en hoe werknemers uit collectieve vroegpensioenregelingen kunnen stappen. „Want wij zijn als FNV niet tegen keuzevrijheid, maar vinden alleen dat het anderen niet mag schaden als mensen besluiten uit een collectieve regeling te stappen.”
Vooralsnog zitten alleen de vakcentrales CNV en MHP op één lijn met de ondernemers van MKB-Nederland en LTO-Nederland. Zij pleiten voor een collectief vroegpensioen vanaf 62 jaar met daarbij de mogelijkheid via de zogeheten levensloopregeling 100 tot 150 procent jaarsalaris voor verlof bijeen te sparen.
De FNV houdt vast aan het eigen plan dat zij vrijdag met een aantal oppositiepartijen in de Tweede Kamer presenteerde. De vakcentrale wil zowel het verlofsparen als het prepensioen collectief regelen, waardoor werknemers vanaf hun 60e jaar met vervroegd pensioen kunnen. De werkgevers van VNO-NCW onderschrijven het kabinetsplan voor prepensioen vanaf 63,5 jaar en 2,1 jaar aan verlofsparen.