Van 2012 tot begin 2016 begingen vertegenwoordigers van de twee landen twaalf verkeersdelicten (elk), op een totaal van 35 door het hele corps diplomatique. Bij deze ernstige verkeerszaken kan het gaan om rijden onder invloed of doorrijden na een aanrijding.

Mensen verbonden aan het Internationaal Strafhof en het Europees Octrooibureau gingen in totaal zes (elk) keer in de fout. Vier instanties zijn daarmee verantwoordelijk voor ruim de helft van de verkeersdelicten begaan door ‘geprivilegieerden’.

De buitenlanders met een diplomatieke status zijn onschendbaar en kunnen niet strafrechtelijk worden aangepakt. Wel zorgt de politie ervoor dat ze in geval van bijvoorbeeld dronkenschap niet verder rijden en dat er een andere bestuurder komt.

Vertegenwoordigers van ambassades en internationale organisaties begaan ook andere misdrijven. Van 2012 tot 2016 waren de diplomaten (of hun familieleden) elf keer verdachte bij incidenten zoals mishandeling, openbare dronkenschap of agressief gedrag. Drie keer waren ze verdachte van ‘kleine criminaliteit’ als winkeldiefstal.

In dit soort zaken wordt niet bekendgemaakt om welk land het gaat om de relatie met de betrokken staten niet te beschadigen. Bij ernstigere incidenten met diplomaten stelt de politie het ministerie van Buitenlandse Zaken op de hoogte.

In 2013 kreeg een incident wel behoorlijke diplomatieke consequenties. De Haagse politie nam toen de tweede man van de Russische ambassade Dmitri Borodin mee naar het bureau. Hij zou in dronken toestand zijn dochtertje hebben mishandeld nadat zijn vrouw eerder al in beschonken toestand enkele auto’s had geramd.

Rusland pikte de aanhouding niet en Nederland bood excuses aan. Een paar weken na het incident werd -toevallig of niet toevallig- de tweede man van de Nederlandse ambassade in Moskou mishandeld in zijn huis.