Nigeriaanse christenen keren terug naar door Boko Haram verwoeste woonplaatsen
Nigeriaanse christenen die vanuit de noordelijke deelstaat Adamawa gevlucht zijn voor de islamitische terreurorganisatie Boko Haram, beginnen terug te keren naar hun woonplaatsen.
De terugkeer wordt bevorderd door de overheid, omdat het Nigeriaanse leger met hulp van buitenlandse adviseurs terreinwinst heeft geboekt op de terroristen. De veiligheidssituatie in sommige gebieden is daardoor sterk verbeterd.
De Amerikaanse nieuwsdienst World Watch Monitor verspreidde deze week een interview met een kerkelijk werker, die stelde dat mensen in de deelstaat Adamawa weer hoopvol zijn. Deze regio werd sinds 2011 geterroriseerd door Boko Haram. Vanaf 2014 had de organisatie ruim een jaar lang alle macht in handen in het gebied. De overwegend christelijke bevolking van het gebied moest daarom op de vlucht slaan. In vijf jaar tijd doodden de islamitische rebellen naar schatting tussen de 25.000 en 30.000 mensen in Nigeria alleen.
Zo’n 2 miljoen inwoners van het noorden van Nigeria zijn op de vlucht geslagen voor Boko Haram. De overheid heeft er belang bij dat deze mensen terugkeren naar hun woongebieden, omdat ze niet in staat is om voldoende hulp te bieden aan de vluchtelingen. Voor christenen is de situatie soms extra lastig: Er zijn gevallen bekend van moslimhulpverleners die in vluchtlingenkampen pas voedsel verstrekken aan christenen, wanneer deze zich bekeren tot de islam. Buiten de kampen zijn mensen afhankelijk van de welwillendheid van anderen om hen te helpen.
Volgens de kerkelijk werker komen in Adamawa nog sporadisch aanvallen voor van Boko Haram. Veel christenen achten het desondanks veilig genoeg om terug te keren naar hun woonplaatsen. „Bijna overal zijn de huizen en andere gebouwen daar verwoest. Er is bijna geen familie die geen slachtoffers telt. De vele weduwen en wezen in het gebied moeten ervaren wat het betekent om de draad weer op te pakken zonder hun geliefden.”
Boko Haram heeft in de woongebieden van de christenen systematisch alle infrastructuur vernietigd, vertelt de kerkelijk werker. „Huizen, scholen, gezondheidscentra en kerken zijn niet gespaard. Ze hebben systematisch waterpompen vernield en bronnen vervuild door er lijken in te dumpen.”
Woordvoerder Richard Groenenboom van Stichting De Ondergrondse Kerk herkent de verhalen over de situatie in het noorden van Nigeria. Sinds eind vorig jaar is de terugkeer van vluchtelingen al aan de orde, stelt Groenenboom. „Boko Haram is in dit deel van Nigeria verslagen. De organisatie grijpt nu terug op zelfmoordaanslagen, terwijl ze eerder de macht in handen had in de gebieden die ze veroverd had.”
Volgens Groenenboom is het nog te vroeg om te stellen dat Boko Haram definitief op zijn retour is. Hij wacht met spanning af hoe de machtsstrijd in de organisatie zich ontwikkelt, nu de organisatie op 3 augustus een nieuwe leider kreeg, Abu Musab al-Barnawi. Deze voormalige woordvoerder van de organisatie werd door Islamitische Staat, waar Boko Haram mee samenwerkt, benoemd. De aanstelling van de nieuwe leider is het gevolg beleid van zijn voorganger Abubakar Shekau, die ook moslims liet vermoorden die hem niet welgevallig waren. Shekau wordt daarnaast verantwoordelijk gehouden voor de ontvoering van de 276 schoolmeisjes in Chibok in 2014 en de dood van duizenden christenen. Shekau staat nu aan het hoofd van een splintergroepering die naast Boko Haram blijft strijden.
Desalniettemin is het noorden van Nigeria veiliger geworden, aldus Groenenboom. „Het is voor hulporganisaties weer mogelijk om er te komen, zei het onder begeleiding van gewapende bewakers. Nog steeds blijft het mogelijk dat Boko Haram plotseling toeslaat.” World Watch Monitor wijst daarnaast op het gevaar dat herders van de Fulani-stam aanvallen blijven uitvoeren. Deze moslims opereren los van Boko Haram en aanverwante organisaties. De afgelopen maanden sloegen Fulani-herders in diverse delen van Nigeria toe.
Doordat landerijen lange tijd niet bewerkt zijn, is er in de regio ook een tekort aan voedsel. Het VN-kinderfonds UNICEF zegt dat tienduizenden kinderen het risico lopen om te overlijden als er niet snel hulp komt. Ook Groenenboom van de SDOK benadrukt dat op dit moment ondervoeding van vooral kinderen het grootste risico vormt in het gebied. „Alle voorzieningen ontbreken, eten en drinken moet van elders worden aangevoerd. De meest kwetsbaren worden als eerste bedreigd wanneer er op dit punt een kink in de kabel komt.”
Groenenboom weet echter dat christenen in het noorden van Nigeria op zondag weer samenkomen in geïmproviseerde kerkjes. Ook de kerkleider die door World Watch Monitor werd geïnterviewd signaleert deze ontwikkeling. „Kerkelijke activiteiten worden hervat, ook al is er weinig overgebleven van de kerkelijke gebouwen. Sommige kerken zijn herbouwd, maar bij vele anderen bleek dit tot nu toe onbetaalbaar. De mensen komen daarom samen onder een boom, of ontmoeten elkaar in de ruïnes van vroegere kerkgebouwen.”