Kerk & religie

Geloofsbeproeving

Hooglied 1:7

E. Fransen
17 August 2016 09:00Gewijzigd op 16 November 2020 05:46

„Zeg mij aan, Gij Die mijn ziel liefheeft, waar Gij weidt, waar Gij de kudde legert in de middag; want waarom zou ik zijn als een die zich bedekt bij de kudden Uwer metgezellen?”

Christus’ liefhebbende en levendige bruid heeft behoefte aan Zijn legerplaats en heilige sacramenten. O, treurige tijden, sommigen zijn door hoge inbeelding boven alle inzettingen uitgegroeid. In het algemeen (slechts enkelen uitgezonderd) blijft er nog wel aandrang tot de doop, maar het gebruik van het heilig avondmaal schijnt bij velen zonder klacht en beschuldiging nagelaten te kunnen worden. De behoefte om in Christus’ grazige weiden te mogen neerliggen en aan de stille wateren van de stad Gods zich te verblijden en te verkwikken, wordt alle jaren minder. De ”oude schrijvers” in Nederland, Engeland en Schotland, die Gods Woord met Geest en zalving hebben verklaard, beginnen hun smaak te verliezen. Men kan het met lichtere kost doen en men moet ook met de tijd mee en van gunst van mensen leven.

Maar hoor de bruid eens: „Zegt mij aan waar Gij de kudde legert in de middag”, als de zon op het felst schijnt, namelijk de hitte van zware geloofsbeproeving. We willen wel met onze religie eer behalen. Maar als we voor de waarheid moeten sterven, dan komt het goud echt in de smeltkroes. Dan wordt het openbaar dat Jakob klein is.

E. Fransen, predikant te Barneveld (”Sions weeklacht”, 1926)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer