PvdA: scheiden mag pas na regeling voor kinderen
Ouders die willen scheiden, mogen dat pas doen als zij samen een plan hebben gemaakt waarin de zorg en omgang met de kinderen vastgelegd is. Nadat de rechter akkoord is gegaan met dit wettelijk verplichte ouderschapsplan kan hij de scheiding uitspreken.
Dat is een van de voorstellen uit de notitie Ouder blijf je, die Tweede–Kamerlid Kalsbeek maandag heeft gepresenteerd namens de PvdA–fractie. Uitgangspunt is dat de PvdA de scheiding tussen partners en de omgang met kinderen „verregaand wil dejuridiseren”.
Wel moet bij partners met kinderen het belang van het kind voorop staan, want ook na een scheiding gaat het ouderschap door. Volgens de PvdA zal het veel ouders lukken een ouderschapsplan op te stellen. Mochten ze er toch niet in slagen, dan kunnen zij daarbij begeleiding, bemiddeling of een vorm van hulpverlening krijgen. Eventueel gebeurt dat op verzoek van de rechter.
Om een goede hulpverlening op gang te krijgen is het volgens Kalsbeek nodig dat in gemeenten goed toegankelijke centra komen waar mensen informatie en hulp bij scheiding en omgang kunnen krijgen. Hulp moet ook mogelijk blijven als het ouderschapsplan is opgesteld. Als het mis gaat met het kind, kan de jeugdzorg snel in actie komen. Betaling van een en ander is naar draagkracht.
De PvdA denkt dat adequate hulpverlening ertoe leidt dat er minder langdurige en dure juridische procedures volgen. Kalsbeek wil ook een publiekscampagne die mensen die overwegen te scheiden, wijst op de gevolgen en het ouderschap.
Het CDA is het ermee eens dat ouders voorafgaand aan de scheiding regelen dat de zorg voor de kinderen goed is vastgelegd. Sterker nog, het CDA heeft daar 1,5 jaar geleden een motie over ingediend, aldus Tweede–Kamerlid De Pater van het CDA maandag in een reactie. Minister Donner van Justitie heeft vorige week de Tweede Kamer al toegezegd min of meer hieraan tegemoet te komen. Donderdag praat de Kamer over scheiding en omgangsrecht.
Het aantal scheidingen schommelt de afgelopen jaren pakweg rond de 35.000. In 2002 waren er 33.000 echtscheidingen. Daarvan waren bij 18.700 scheidingen in totaal 34.700 kinderen betrokken. De meeste kinderen (85 procent) blijven bij hun moeder wonen. Ongeveer een kwart van de kinderen heeft na de echtscheiding geen contact meer met de niet–verzorgende ouder en met een ander kwart is het contact met deze ouder slecht. Op dit moment vervult slechts 3 procent van de gescheiden ouders een co–ouderschap.