Onderzoek in Indonesië naar claims executies
De Australische deskundige Robert Cribb is in het Indonesische Zuid-Sulawesi begonnen met onderzoek naar claims van weduwen en kinderen van mannen die door Nederlandse militairen zouden zijn geëxecuteerd.
Cribb is door de rechtbank van Den Haag benoemd om onafhankelijk naar de claims te kijken. In een aantal zaken staat volgens Nederland niet vast dat de echtgenoten en vaders van de stokoude weduwen en kinderen standrechtelijk zijn geëxecuteerd.
Voor zijn naspeuringen bezoekt hij onder meer erebegraafplaatsen in plaatsen als Suppa en Bulukumba. Ook doet hij in Indonesië archiefonderzoek en bezoekt hij veteranenorganisaties.
In Zuid-Sulawesi werden eind 1946 en begin 1947 zeker 3100 mannen doodgeschoten. Het bloedbad is de Zuid-Celebes-affaire gaan heten.
Kapitein Raymond Westerling had carte blanche om het hevige verzet tegen het Nederlandse gezag in Zuid-Sulawesi de kop in te drukken. Hij en zijn ondergeschikten deden dat met veel geweld, om een afschrikwekkend voorbeeld te stellen. Ook andere militairen kopieerden de methodes van Westerling.
De Nederlandse rechter heeft vorig jaar bepaald dat ons land aansprakelijk is voor de schade van kinderen en weduwen van geëxecuteerde mannen in Zuid-Sulawesi.
Zo’n veertig claims zijn inmiddels afgehandeld. De Stichting Comité Nederlandse Ereschulden is de motor achter de rechtszaken. Voorzitter Jeffry Pondaag laat weten dat in totaal nog zo’n driehonderd claims in voorbereiding zijn. Daaronder zijn ook claims van kinderen van geëxecuteerde mannen in het Oost-Javaanse dorp Rawagede.