Consument

Citroën: Iedereen heeft er een mening over

Uitgesproken, zeker niet saai en voor iedereen toegankelijk. Dat zijn voor Gert-Jan van ’t Hof (36) uit Spijkenisse dé kenmerken van Citroën. Met de iconische lelijke eend als absoluut hoogtepunt.

Evert Barten
12 August 2016 11:26Gewijzigd op 16 November 2020 05:41
Van't Hof bij zijn Eenden in Spijkenisse. beeld Van't Hof
Van't Hof bij zijn Eenden in Spijkenisse. beeld Van't Hof

Terwijl duizenden Citroënlief­hebbers deze dagen bij elkaar komen tijdens de gisteren gestarte Citroën World Meeting 2016 op het Gelderse Landgoed Middachten, rijdt Van ’t Hof van werk naar huis in zijn blauwe eend. Een ander exemplaar staat in de schuur. „Daar maak ik een soort limousine van.”

Al sinds zijn zeventiende jaar wil hij maar één auto: een Ci­troën 2CV. „Maar mijn moeder wilde niet dat ik in zo’n koekblik zou rondrijden. Tot mijn 26e heb ik andere auto’s gehad. Tot een vriend belde en een eend had staan. Die heb ik, na restauratie, als verlovingscadeau aan mijn vrouw gegeven.”

Nu, tien jaar later, heeft hij al zo’n vijftien eenden gehad. Vooral de laagdrempeligheid van het autootje spreekt Van ’t Hof aan. „Met de 2CV bracht Citroën een auto op de markt waar iedereen mee uit de voeten kon. Er zijn er niet voor niets 5,2 miljoen van gemaakt. Zo kun je eenvoudig zelf het onderhoud doen. Dat was in 1948 zeker niet alledaags.”

Citroën is een van de meest uitgesproken merken, vindt Van ’t Hof. Ook de moderne Cactus, een soort MPV, is daar een voorbeeld van. „Het is de eerste auto met stootkussens aan de buitenkant. Je vindt het of mooi, of spuug­lelijk. Dat is typisch Citroën.”

Bijnaam

Terug naar de eend. Of eigenlijk, de lelijke eend. Van ’t Hof weet hoe de auto aan die naam komt. „Citroën presenteerde de 2CV op de autosalon van 1948. Een journalist noemde hem het lelijkste eendje dat Citroën dat jaar toonde. Toen hij zag dat de auto een beetje waggelde als hij reed, was de bijnaam geboren.”

De Citroën World Meeting 2016, die voor het eerst in Nederland wordt gehouden, laat Van ’t Hof aan zich voorbijgaan. Liever gaat hij naar het tweejaarlijkse ‘eend-treffen’, ook een internationaal gebeuren. „Daar komen uitsluitend 2CV-bezitters. In 2011 was ik in Frankrijk, dat was ook direct de grootste ooit. Er waren zo’n 7000 auto’s bij elkaar.”

De eend is volgens Van ’t Hof een auto waar veel mensen ervaring mee hebben. „De een heeft er ooit een toerrit in gemaakt, de ander haalde er zijn rijbewijs in.”

Zelf heeft Van ’t Hof ook tal van verhalen. De mooiste is volgens hem die van vorig jaar, toen het gezin op vakantie ging naar Italië. „Voor het eerst had ik een aanhangwagen achter de eend hangen. De eerste etappe van de 1430 kilometer lange reis verliep prima. Maar tijdens het tweede deel, ter hoogte van het Zwitserse Lüzern, ging het mis. Er ontstond rook, dus heb ik de auto op een parkeerplaats gezet.”

Een oliekeerring bleek olie door te laten. Dus pakte Van ’t Hof zijn meegebrachte gereedschap, haalde het motorblok uit de auto, maakte de kering schoon en zette alles weer in elkaar. „Na 3,5 uur waren we weer op pad. Dat duurde 20 kilometer, toen begonnen de problemen opnieuw.”

Gebeden

Dus werd de Zwitserse wegenwacht gebeld. „Toen we daarop wachtten, moesten denken aan Psalm 121:1 en 2 en hebben daarna gebeden of de Heere een oplossing wilde geven. Op het moment dat we met de wegenwacht stonden te praten, reed er een postbode voorbij. Die wist een adres van iemand die veel met eenden deed. Daar zijn we naartoe gesleept.”

Van ’t Hof zag het als een verhoring van hun gebed toen bleek dat de persoon in kwestie een schuur vol motorblokken had liggen. „We mochten er zo één uitzoeken. ’s Avonds en de volgende morgen heb ik hem gemonteerd, daarna zijn we verdergereden naar ons vakantie­adres. De aanhanger en het oude blok liet ik achter, die heb ik later opgehaald. De Zwitserse motor zit nog altijd in mijn auto. Een vriend van me zei later: „Dit maak je met een Volkswagen niet mee.” En zo is het. Dit kan alleen met een eend.”


Weetjes over Citroën

● De overgrootvader van oprichter André Citroën was een Nederlandse handelaar in groente en fruit. Toen hij een achternaam moest kiezen, koos hij voor de toepasselijke naam Limoenman.

● Andrés opa vond die naam maar niets en maakte er Citroen van. Toen de familie naar Frankrijk vertrok, plaatste een schoolmeester van André een trema op de e. Sindsdien is het Citroën.

● Het logo, de double chevrons, komen van tandwielen met kepervertanding. André vond ze ergens op een erf en vroeg in 1900 octrooi aan voor deze efficiënte overbrenging.

● Zes jaar later nam Citroën de noodlijdende autofabrikant Mors over. In 1919 startte hij zijn eigen fabriek: Automobiles André Citroën SA. In de volksmond werd het al snel: Citroën. In hetzelfde jaar rolde de eerste Citroën van de band.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer