Kwart nabestaanden vindt steun vragen lastig
Een kwart van de Nederlanders die een dierbare hebben verloren, vindt het lastig om steun te vragen op moeilijke momenten. Een even grote groep onderdrukt de behoefte om te praten over het overlijden van hun geliefde.
Dat bleek kortgeleden uit een onderzoek van onderzoeksbureau Kien onder 801 Nederlanders van 16 jaar en ouder in opdracht van uitvaartorganisatie Yarden.
De directe omgeving van de nabestaande weet niet goed met de situatie om te gaan, stellen de onderzoekers. Een kwart van de ondervraagden vindt het moeilijk om met een nabestaande te praten over het verlies waarmee hij of zij is geconfronteerd. Dit uit zich geregeld in opmerkingen die als kwetsend worden ervaren, zoals „Het is maar beter zo.” of „Je vindt wel weer iemand anders.”
Een derde van de mensen in de directe omgeving van de nabestaande zegt te weinig bij hem of haar op bezoek te gaan. Een vijfde vindt het moeilijk om steun of gezelschap aan de nabestaande te bieden.
„Door het taboe rond de dood staan veel nabestaanden onnodig in de kou na het overlijden van een dierbare. Nabestaanden en hun omgeving weten elkaar niet goed te vinden in de rouwperiode”, concludeert Ron Bavelaar, directievoorzitter van Yarden.
Op de meest zware momenten in iemands leven is steun uit de omgeving volgens hem „het allerbelangrijkst. Dit kan op veel meer manieren dan mensen denken. Behalve door er gewoon te zijn voor iemand en te luisteren, kun je samen herdenken op speciale momenten.”