Levenslang veroordeelde mag resocialiseren
De tot levenslang veroordeelde Edwin S. heeft recht om aan zijn resocialisatie te beginnen. Dat heeft de rechter in Den Haag woensdag bepaald.
S. wil de kans krijgen om terug te keren in de samenleving. Na 23 jaar en zeven maanden te hebben vastgezeten, vindt de man daarom dat hij recht heeft op resocialisatie. Hij eiste dat in een tegen de Nederlandse staat aangespannen kort geding.
S. werd in 1994 veroordeeld voor de moord op een man en het levensgevaarlijk verwonden van een vrouw uit Badhoevedorp bij een overval. Hij voelt zich gesterkt door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Dat oordeelde eerder dat een levenslange straf, zonder uitzicht op enige vorm van verlof, onmenselijk is.
De rechter vindt dat na een periode van uiterlijk 25 jaar in de gevangenis moet worden beoordeeld hoever de resocialisatie van een levenslang gestrafte is gevorderd. „Voor die beoordeling is relevante informatie nodig.” Daarvoor zijn resocialisatie-activiteiten „onmisbaar” om tot een goed oordeel te komen. De rechter geeft aan hiermee de lijn van de Europese rechtspraak en de Hoge Raad te volgen.
Omdat S. al zeer lang in de cel zit, heeft hij in de ogen van de rechter ten minste achttien maanden nodig om „vorderingen te kunnen maken met zijn resocialisatie”. „Hij moet daar nu dus al mee kunnen beginnen. De Staat moet binnen tien dagen beginnen met het opstellen van een plan.”
De rechter geeft geen toestemming voor verlof. Daarvoor moet S. zich richten tot de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ).