Trump zinspeelt op neerschieten Clinton
Om te voorkomen dat Hillary Clinton als president linkse rechters aanwijst moeten mensen wellicht naar de wapens grijpen. Daar heeft Donald Trump dinsdag op gezinspeeld in een toespraak.
Trump sprak zijn aanhang toe in Wilmington, in de staat North Carolina. „Als zij haar rechters mag kiezen is er niets dat jullie daar aan kunnen doen”, zei Trump, een scenario dat door zijn fans met boegeroep werd beantwoord. „Alhoewel, de mensen van het tweede amendement, misschien is er wel iets. Ik weet niet.” In het tweede amendement van de Amerikaanse grondwet is het recht op het bezit van vuurwapens vastgelegd.
Het zou niet de eerste keer zijn dat iemand uit het Trump-kamp oproept tot geweld tegen Clinton. Al Baldasaro, die Trump adviseert over veteranenkwesties, heeft meermaals gezegd dat Clinton wat hem betreft moet worden geëxecuteerd wegens hoogverraad, in verband met de aanval op het Amerikaanse consulaat in het Libische Benghazi die aan vier mensen, onder wie de ambassadeur, het leven kostte. „Deze hele zaak is om misselijk van te worden, zei Baldasaro vorige maand in een radio-interview. ,Hillary Clinton zou in de vuurlinie moeten worden gezet en moeten worden doodgeschoten wegens hoogverraad”.
Volgens Trumps campagneteam is de opmerking verkeerd geïnterpreteerd. „Het heet de kracht van eenwording”, stond in een verklaring. „De mensen van het tweede amendement zijn zeer geestdriftig en enorm verenigd, waardoor ze veel politieke macht hebben. En dit jaar zullen ze in recordaantallen stemmen, niet op Hillary Clinton, maar op Donald Trump.”
Clinton wilde in eerste instantie niet reageren op de vermeende doodsbedreiging van Trump, maar liet uiteindelijk toch van zich horen. „Onze kinderen kijken ook, Donald”, schreef ze op Twitter. Haar campagnewoordvoerder reageerde al eerder op de Republikein en veroordeelde zijn uitspraken hard. „Wat Trump doet is heel gevaarlijk. Iemand die president van de VS wil worden zou op geen enkele wijze het gebruik van geweld moeten stimuleren”, aldus Robby Mook.