Kerk & religie

Wat we aan Frankische christenen te danken hebben

Het christendom in de tijd van de Franken heeft een slechte naam. Koningen dwongen vreemde volken met het zwaard tot bekering. Heidense gewoonten drongen de kerk binnen. Toch waren het juist christenen uit de zesde en de zevende eeuw die zending en prediking weer op de kaart zetten.

9 August 2016 13:20Gewijzigd op 16 November 2020 05:37
Het Cadmug-Evangelie was in bezit van achtste-eeuwse zendeling Bonifatius. beeld Hessische Landesbibliothek Fulda
Het Cadmug-Evangelie was in bezit van achtste-eeuwse zendeling Bonifatius. beeld Hessische Landesbibliothek Fulda

Na de ondergang van het West-Romeinse Rijk in 476 was het vooral de kerk die het culturele erfgoed van de oudheid probeerde te redden en door te geven, schrijft de Vlaamse kerkhistoricus Pierre Trouillez in zijn recent verschenen boek ”De Franken en het christendom (550-850)” (uitg. Davidsfonds, Leuven).

Op de kaart van Europa waren halverwege de zesde eeuw nog heel wat witte vlekken te zien: plaatsen waar het christendom niet of amper aanwezig was. De Angelsaksische en Scandinavische rijken, Friesland en grote delen van het huidige Duitsland – eigenlijk had het Evangelie daar nauwelijks geklonken.

Maar daar kwam verandering in. Nadat paus Gregorius de Grote in 596 zijn eerste missionarissen naar de heidense Angelsaksen had gestuurd, was de Engelse kerk tot grote bloei gekomen. Kloosters bleken niet alleen brandpunten van gebed, maar ook culturele centra waar klassieke letteren en verfijnde miniatuurkunst hoog in het vaandel stonden.

Bonifatius

Daar kwam ook Winfried, beter bekend als Bonifatius, vandaan. Met toestemming van zijn abt trok hij in 716 –nu dertien eeuwen geleden– naar de heidense Friezen. Drie jaar later kreeg hij van paus Gregorius II de opdracht om „Gods bescherming te brengen aan alle volkeren die nog gevangen zijn door de banden van het ongeloof.”

Ook de politiek bemoeide zich met de zending. Aartsbisschop Avitus van Vienne feliciteerde de Germaanse koning Clovis met zijn doop en herinnerde de vorst eraan dat die nu „een deel van de geloofsschat” waarvan zijn hart vervuld was aan de „meer verwijderde volkeren” moest schenken.

Clovis’ opvolgers hebben de woorden van Avitus bij elke gebiedsuitbreiding ernstig genomen, zij het dat politieke motieven soms ook een rol speelden. Ze verleenden de missionarissen vrijgeleiden, boden militaire bescherming en verboden heidense riten. Van gedwongen bekeringen was meestal geen sprake. Al kwamen die zeker voor: honderden Saksen vonden de dood omdat ze weigerden het christelijk geloof te omarmen.

Dat in grote delen van het huidige Nederland, België en Duitsland het Evangelie klonk, was voor een belangrijke deel te danken aan Bonifatius en zijn helpers. Maar hij droeg er ook aan bij dat de macht van de paus in deze streken toenam. De zendeling koppelde al zijn missionaire en kerk­hervormende activiteiten terug naar Rome. De invloed van het Vaticaan zou in de komende eeuwen alleen maar groter worden.

Afgodsbeelden

Het was overigens niet eenvoudig om zendeling te zijn. Ook in streken waar het christendom al in de Romeinse tijd voet aan de grond had gekregen, bleken heidense gewoonten moeilijk uit te roeien. De Ierse missionaris Gallus bracht in de zevende eeuw het Evangelie in de streek ten zuiden van het Bodenmeer. In Bregenz had de Aureliakerk de eeuwen getrotseerd, maar naast het Christusbeeld stonden nog steeds een paar koperen afgodsbeelden. Gallus vond bijna de dood toen hij deze afgoden in het meer ‘verdronk’. Doordat hij Alemannisch had geleerd en in die taal preekte, slaagde hij er evenwel in velen (opnieuw) tot het christelijk geloof te brengen.

Voor christenen was het ook niet altijd gemakkelijk om zich radicaal van hun heidense buren te onderscheiden. Konden ze zomaar de offerdieren weigeren die een vriendelijke Beierse tovenares naar hun kerk bracht als dank voor het succes van haar bezweringen? Moesten ze hun priester met de nek aankijken omdat hij de misviering met een offer aan Donar afsloot (je wist immers maar nooit)? Dan was het vaak de politiek –een vorst die christelijk was geworden– die het kerkelijk leven in de juiste richting stuurde.

Misbruik

De Frankische kerk leek rond het jaar 600 volop te bloeien. De kerkelijke organisatie stond als een huis en die witte vlekken op de landkaart waren er nauwelijks meer. Maar onderhuids was er wel degelijk iets aan de hand. Zo had simonie, het verkopen van kerkelijke ambten en sacramenten, zich als een virus verspreid. Dat concilies de praktijken keer op keer veroordeelden en met strenge straffen dreigden, laat zien hoe taai het misbruik was. Maar hun inzet bleek succesvol: in de eerste helft van de zevende eeuw werden over het algemeen fatsoenlijke mannen tot bisschop verkozen.

Het ging mis toen de vorsten hun oog lieten vallen op de domeinen van bisdommen en kloosters, die nagenoeg een derde van het Frankische grondbezit bestreken. Edellieden en hoge militairen werden tot bisschop benoemd en kregen de diocesane gronden, die tot dan toe in het bezit waren van de lokale kerk. De nieuwe bisschop werd steeds minder herder en steeds meer wereldlijk heer.

Preek voor de leek

Met de prediking in de kerk ging het echter wél de goede kant op. In de oosterse kerken waren de christenen rond 400 al goed vertrouwd met priesters die tijdens de misviering preekten. In het Westen hield men echter nog hardnekkig vast aan het alleenrecht van de bisschop om voor leken te preken. In de kathedralen konden christenen dus in principe elke zondag een preek beluisteren, maar in alle andere kerken moesten ze wachten tot de bisschop op visitatie kwam. En sommigen kwamen nooit.

Geen ideale situatie, vonden de concilievaders die in 529 in Vaison bijeen waren. De geldende regel deed de geloofsopvoeding van het volk meer kwaad dan goed en daarom verordenden ze dat „voor de bloei van de kerken en tot nut van het hele volk” voortaan de priesters in alle steden en dorpen de preek voor hun rekening mochten nemen.

Dankzij het gezag van concilievoorzitter Caesarius van Arles zette deze verruiming van de preekbevoegdheid snel en voorgoed in de westerse kerk door.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer